b) DC/AC-spanningsmeting
De ingangsimpedantie is ongeveer 10 MΩ an zal het circuit niet erg belasten.
1. Draai de functiedraaiknop naar de vereiste instelling:
• DC-spanningsmeting (V ), “DC” zal op de display worden weergegeven.
- Druk kort op RANGE om de bereiken te doorlopen (aangegeven door de decimaalpositie).
• AC-spanningsmeting (V ), “AC” zal op de display worden weergegeven.
- Druk kort op RANGE om de bereiken te doorlopen (aangegeven door de decimaalpositie).
2. Sluit de testkabels aan op de aansluitklemmen:
- Rode testkabel op aansluitklem
.
- Zwarte testkabel op aansluitklem COM.
3. Sluit de sondes van de testkabels aan op de juiste
testpunten in het circuit:
- Rood: Positieve polarieity “+”.
- Zwart: Negatieve polariteit “-”.
4. Lees de spanningswaarden af op de display.
- DC-spanningsmetingen (V ): Als er een
minusteken “-” vóór de waarde verschijnt, dan is
de gemeten spanning negatief (of de meetkabels
zijn omgewisseld).
- AC-spanningsmetingen worden uitgedrukt in echte
RMS.
Er zal een waarschuwing klinken wanneer de
gemeten waarden buiten het bereik van >600 V vallen.
5. Koppel de testkabels na de meting los en schakel het apparaat UIT.
108