148
12.3 DC/AC-spanningsmeting
1. Draai de functiedraaiknop naar de vereiste instelling:
2. “DC” zal op de display worden
weergegeven.
Æ
Druk kort op de toets
SEL
/
om op AC te schake-
len en “AC” zal op de dis-
play worden weergegeven.
3. Sluit de testkabels aan op de
aansluitklemmen:
Æ
Rode testkabel op aansluit-
klem
.
Æ
Zwarte testkabel op aansl-
uitklem
COM
.
4. Houd de twee meetsondes in
parallel tegen het object dat u
wilt meten (bijv. generator of circuit).
Æ
De gemeten waarde wordt weergegeven op de display
5. Nadat u een meting hebt uitgevoerd, dient u de kabels van het gemeten object
te verwijderen en de DMM uit te schakelen.
Het “V/AC”-bereik heeft een ingangsweerstand van ≥10 MΩ. Dit betekent
dat er vrijwel geen belasting aanwezig is op het circuit.
DC-spanningsmetingen (V ): Als er een minusteken “-” vóór de waarde
verschijnt, dan is de gemeten spanning negatief (of de meetkabels zijn
omgewisseld).
Het “V DC/AC”-spanningsbereik heeft een ingangsweerstand van
>10 MOhm; het “mV DC”-bereik heeft een ingangsweerstand van
>100 MOhm.