169
12.11 Capaciteit meten
Zorg ervoor dat alle objecten die u wilt meten (inclusief circuitcomponen-
ten, circuits en componentonderdelen) losgekoppeld en ontladen zijn.
1. Schakel de DMM in en selecteer de gewenste modus
.
2. Druk 3x op
SEL
/
op de capaciteitsmodus te schakelen.
Æ
“nF” zal op de display worden weer-
gegeven.
3. Steek de rode kabel in de
V
-klem en de
zwarte kabel in de
COM
-klem.
Wegens de gevoelige meetingang
kan er een waarde op de display
verschijnen wanneer de meetka-
bels “open” zijn. Druk op de toets
REL
wanneer u kleine capaciteiten
meet (<400 nF). De display zal re-
setten naar “0” en de automatische
bereikfunctie wordt uitgeschakeld.
4. Houd de twee testsondes (rood = positief, zwart = negatief) tegen het object dat
u wilt meten (condensor). De capaciteit wordt na een paar seconden weergege-
ven op de display. Wacht totdat de display stabiliseert. Dit kan enkele seconden
duren bij capaciteiten die groter zijn dan 40 µF.
Æ
“OL” (overbelasting) geeft aan dat het meetbereik was overschreden.
5. Nadat u een meting hebt uitgevoerd, dient u de kabels van het gemeten object
te verwijderen en de DMM uit te schakelen.
+