184
12.2 Waarschuwing incorrecte meetpoort
De DMM heeft een geïntegreerde controle van de meetpoorten. Als de testka-
bels op de verkeerde poorten zijn aangesloten (wat gevaarlijk kan zijn voor de
gebruiker en de DMM kan beschadigen), activeert de DMM een akoestisch en
optisch alarm.
Zodra de testkabels in de stroommeetpoorten zijn gestoken en een andere
meetmodus (behalve de stroommeting) wordt geselecteerd, laat de DMM een
doordringend waarschuwingsgeluid horen. Dit gebeurt ook als de meetingang
tussen de stroomtangpoort en
mAµA
poort wordt omgewisseld.
Als het alarm wordt geactiveerd en “LEAd” op de display verschijnt, controleer
dan of de kabels zijn aangesloten op de juiste poorten en of u de juiste meet-
modus hebt geselecteerd.
De multimeter activeert het alarm wanneer de poorten als volgt worden aangeslo-
ten:
Meetmodus
V/mV/Ω/Hz/
/ /
mA/µA
A
Aangesloten
poorten
mA/µA/
A
A
mA/µA
U dient de testinstelling in het geval van een alarm onmiddellijk te on-
derbreken en te controleren of de juiste meetmodus/meetaansluiting is
geselecteerd. De display toont ook de juiste meetpoorten die voor elk
meetbereik moeten worden gebruikt.