194
12.9.1 Gelijkstroom meten (mA/µA )
1. Schakel de DMM in en selecteer de modus
mA
of
µA
.
Æ
De tabel toont de verschillende modi en potentiële meetbereiken. Selecteer
het meetbereik en de corresponderende meetpoorten.
Meetmodus
Meetbereik
Meetpoorten
µA
0 - 6000 µA
COM + mAµA
mA
6000 µA - 600 mA
COM + mAµA
2. Steek de rode testkabel in de
mAµA
-meetpoort. Steek de zwarte testkabel in
de
COM
-meetpoort.
3. Houd de twee meetsondes (stroomloos) in serie tegen het object dat u wilt me-
ten (bijv. een accu of circuit). Het elektrisch circuit moet worden uitgeschakeld
voordat u de meetsonden aansluit.
4. Sluit het circuit weer aan. De meting zal op de display worden weergegeven.
5. Na het meten koppelt u weer los van het circuit en verwijdert u de testkabels van
het gemeten voorwerp. Schakel de DMM uit.