155
Voer de volgende procedure uit om wisselstroom
(A)
te meten
Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie “10A”, mA, of µA”. Druk op de
knop “SELECT” om naar het AC-meetbereik te schakelen. Het display geeft
“
“ weer. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer teruggeschakeld
enz.
Sluit het meetapparaat aan op de bijbehorende meetingangen en het meetcir
-
cuit zoals beschreven onder “Gelijkstroommeting” en volg de verdere beschre
-
ven stappen.
11.7 Frequentiemeting/Duty Cycle in %
De DMM kan de frequentie van een signaalspanning van 10 Hz - 10 MHz meten
en weergeven. Het maximale ingangsbereik bedraagt 20 Vrms. Deze meetfunctie
is niet geschikt voor netspanningmetingen. Houd rekening voor de ingangswaarden
in de technische gegevens.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
Zet de DMM aan en selecteer de
meetfunctie “Hz”. Op het display
verschijnt “Hz”.
Steek de rode meetkabel in de Hz-
meetbus, de zwarte meetkabel in
de COM-meetbus
Sluit nu de beide meetennen aan
op het te meten object (signaalgen
-
erator, schakeling enz.).
De frequentie wordt in het hoofd-
display weergegeven met de bi-
jbehorende eenheid. De pulsver
-
houding van de positieve halve golf
verschijnt in % in het subdisplay.
Door te drukken op de knop “SE-
LECT” kan de weergave “Hz/%”
worden verwisseld.
Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de DMM
uit.