134
f) THD-meting (boventoongehalte)
• Beweeg het instelwiel (7) op het symbool voor de spanningsmeting „
“, resp.
stroommeting „
“ (VC732), resp. „
“ (VC731). Let daarbij op de informatie over
de spannings-/stroommeting in hoofdstuk 11 c) u 11 j).
• Om het boventoongehalte te meten (alleen mogelijk in de AC-modus), selecteert u met
de navigatiejoystick (5) het symbool „THD“. Bevestig de keuze door op de
navigatiejoystick („ENTER“) te drukken.
• De waarde verschijnt op het LCD-scherm.
g) LPF-meting (Low Pass Filter)
• Beweeg het instelwiel (7) op het symbool voor de spanningsmeting „
“, resp.
stroommeting „
“ (VC732), resp. „
“ (VC731). Let daarbij op de informatie over
de spannings-/stroommeting in hoofdstuk 11 c) u 11 j).
• Om het LPF-indicator weer te geven (alleen mogelijk in de AC-modus), selecteert u met
de navigatiejoystick (5) het symbool „LPF“. Bevestig de keuze door kort op de
navigatiejoystick („ENTER“) te drukken.
• Om de modus te beëindigen drukt u gedurende minstens 2 seconden op de
navigatiejoystick („ENTER“).
• De waarde verschijnt op het LCD-scherm.