3. Druk op de knop van de datalogger om de meetprocedure handmatig te starten.
4. Na het bereiken van het vooraf ingestelde aantal registraties wordt de registratieprocedure
automatisch beëindigd.
5. Beëindig de meetprocedure handmatig door op de knop van de datalogger te drukken.
6. De registratie kan ook op elk moment door een voortijdig uitlezen via de computer worden
beëindigd.
7. Als het geheugen van de datalogger vol is, wordt de meetprocedure automatisch afgebroken.
Betekenis van de LED-signalen
Rood (ALM)
Knippert 2 x in het vooraf ingestelde interval (10, 20 of 30 seconden),
als de bovenste waarde van het vooraf ingestelde alarmbereik wordt
overschreden.
Knippert 1 x in het vooraf ingestelde interval (10, 20 of 30 seconden),
als de onderste waarde van het vooraf ingestelde alarmbereik wordt
onderschreden.
Geel (ALM)
Knippert 2 x in het interval van 10 seconden als de batterij bijna leeg is.
Knippert in het interval van een seconde als de meetprocedure
beëindigd of het geheugen van de datalogger vol is.
Groen (REC)
Knippert 1 x in het vooraf ingestelde interval (10, 20 of 30 seconden)
tijdens de automatische meting (geen alarmbereik ingesteld).
Knippert 2 x in het vooraf ingestelde interval (10, 20 of 30 seconden)
tijdens de handmatige meting.
DATALOGGER UITLEZEN
1. Verwijder de beschermkap van het apparaat.
2. Start de software en sluit de datalogger aan op een vrije USB-poort van de computer. Volg
de instructies van de software-handleiding.
3. Verwijder de datalogger na het uitlezen van de gegevens uit de USB-poort van de computer.
Als de datalogger gedurende langere tijd op de USB-poort van de computer blijft
aangesloten, dan kan de batterij voortijdig ontladen.
STANDAARD MONTEREN
1. Plaats de standaard op een vlakke ondergrond bij de gewenste meetplaats.
2. Als alternatief kan de voet van de standaard met twee pluggen en schroeven worden
bevestigd op een geschikte plek.
Let er bij de montage vooral op dat de lucht ongehinderd door het schoepenrad
van de ventilator kan stromen. Kies desgewenst een andere montageplaats.
3. Aan de onderkant van de datalogger bevindt zich een schroefdraad. Schroef de datalogger
op de standaard vast.
4. Draai de schroefdraadring van de standaard rechtsom om de datalogger bovendien vanaf
de onderkant te vergrendelen.
5. De arm van de standaard is verstelbaar om de datalogger optimaal uit te richten. Draai de
ring over de voet van de standaard naar links en zet de datalogger in de gewenste stand.
Draai de ring daarna weer naar rechts om de ingestelde stand vast te houden/zetten.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Het apparaat is onderhoudsvrij op een periodieke reiniging en het vervangen van de batterij
na.
• Aan de buitenkant dient het apparaat alleen met een zachte, droge doek of kwast te worden
gereinigd.
• Zorg er vooral voor dat het schoepenrad van de ventilator niet wordt beschadigd.
• Gebruik in geen geval agressieve of chemische reinigingsmiddelen, omdat die inwerken op
de behuizing of de werking van het apparaat nadelig kunnen beïnvloeden.
VERWIJDERING
a) Product
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil.
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen
voor afvalverwerking inleveren.
Verwijder de geplaatste batterijen/accu’s en gooi deze afzonderlijk van het product
weg.
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie
in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2012 by Voltcraft®
b) Batterijen / Accu’s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen
en accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand
symbool. Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen
voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb =
lood (de aanduiding staat op de batterijen/accu’s, bijv. onder de links afgebeelde
vuilnisbaksymbool).
U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente,
onze filialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht, afgeven.
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu.
TECHNISCHE GEGEVENS
Bedrijfsspanning:
3,6 V lithiumbatterij type 1/2 AA
Stroomopname:
max. 8 mA
Meetgegevens:
max. 32000
Meetinterval:
instelbaar van 2 s tot 24 uur
Bedrijfsvlieghoogte:
≤ 2000 m
Bedrijfstemperatuur:
0 ºC tot +50 ºC (+32 tot +122 ºF)
Opslagtemperatuur:
0 ºC tot +50 ºC (+32 tot +122 ºF)
Opslagvochtigheid:
< 80 % relatieve vochtigheid
Afmetingen (B x H x D):
35 x 145 x 30 mm
Gewicht:
40 g
Eenheid
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Meters per seconde (m/s)
1,1 - 20,00 m/s
0,01 m/s
± (3% + 0,20 m/s)
Kilometer per uur (KPH)
0,8 - 72,0 km/h
0,1 km/h
± (3% + 1,0 km/h)
Voet per minuut (FPM)
80 - 3937 ft/min
1 ft/min
± (3% + 40 ft/min)
Mijl per uur (MPH)
0,9 - 44,8 mph
0,1 mph
± (3% + 0,4 mph)
Knopen (KNT)
0,8 - 38,8 knopen
0,1 knopen
± (3% + 0,4 knopen)