53
Draaiende delen moeten absoluut tot stilstand gekomen zijn en tegen opnieuw
inschakelen beveiligd zijn voordat u de reflectiestrips aanbrengt.
• Zorg voor voldoende licht-donkercontrast. Indien nodig moet de ondergrond van het te meten
object daar waar de reflectiestrook wordt aangebracht, matzwart geschilderd worden. Het gebied
dat niet reflecteert moet altijd groter zijn dan het reflecterende gebied.
• Schroef altijd het meegeleverde opzetverlengstuk (11) in de schroefdraad (4). Het uitvoeren van
metingen zonder het verlengopzetstuk kan leiden tot instabiele meetwaarden.
b) Contactmeting
1. Schroef het verlengopzetstuk (11) in de schroefdraad (4) van het apparaat.
2. Schroef dan de adapterhouder (10) in de schroefdraad van het verlengopzetstuk.
3. Kies een van de drie contactadapters:
- buitenconus (9) geschikt voor concave aseinden
- binnenconus (8), geschikt voor spits uitlopende aseinden
- wrijvingswiel (7), geschikt voor het meten van bandsnelheden (bijv. V-riemen, lopende
banden, lintzagen, etc.)
4. Aan de onderkant van de contactadapters bevinden zich twee korte en twee lange sleuven. Zet
de betreffende contactadapter zo op de as van de adapterhouder dat een van de korte sleuven
op de vergrendelingstang van de as geplaatst is.
9. METINGEN UITVOEREN
1. Druk kort op de toets MEAS (6) om het apparaat aan te zetten.
2. Druk een aantal keer op de toets MEM (2) om een van de tien geheugenplaatsen te kiezen
(DATA 0 tot DATA 9). De indicator die de geheugenplaats aangeeft, verschijnt rechts onderin het
beeldscherm (3).
Verdere informatie over het in het geheugen opslaan vindt U in het hoofdstuk "Meetwaarden
opslaan / aflezen".
3. U kunt kiezen uit twee eenhedenvolgorden. Houd de toets MODE (5) ca. 3 seconden lang
ingedrukt om de andere volgorde te kiezen.
4. Druk dan zo vaak op de toets MODE totdat bovenin het beeldscherm de gewenste
weergaveeenheid verschijnt.
Summary of Contents for DT-30LK
Page 59: ...59...