76
c) Meetapparaat inschakelen
Het meetapparaat wordt via de “aan-/uittoets” (A) in- en uitgeschakeld. Druk de toets eenmaal
kort om het meetapparaat in te schakelen. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet
gebruikt. Om uit te schakelen houdt u de knop (A) ca. 2 seconden ingedrukt. Het uitschakelen
wordt op het scherm aangeduid met “OFF”.
Na het inschakelen bevindt het meetapparaat zich in de intelligente AUTO-LCR-modus bij een
meetfrequentie van 1 kHz.
In deze modus meet het apparaat zelfstandig de meest plausibele meetwaarden volgens vast
voorgegeven parameters.
d) Meetfunctie selecteren
De meetfunctie wordt via de toets “L/C/R” geselecteerd. Elke druk schakelt naar de volgende
meetfunctie om. De volgende functies kunnen na elkaar worden geselecteerd:
AUTO LCR Intelligente auto-modus voor L, C en R
C
Meetbereik capaciteit
R
Meetbereik wisselstroomweerstand
L
Meetbereik inductiviteit
De aanvullende meetfuncties worden via knop “D/Q/θ/DCR” geselecteerd. Elke druk schakelt
naar de volgende meetfunctie om. De volgende functies kunnen na elkaar worden geselec-
teerd:
D
verliesfactor
Q
Kwaliteitsfactor
Θ
Fasehoek
DCR
Gelijkstroomweerstand