83
c) Meting van de weerstand/impedantie
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten
evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Schakel het meetapparaat met de aan-/uitknop (A) in.
Na het inschakelen is de intelligende “AUTO-LCR”-modus actief. veel instellingen worden
door het meetapparaat overgenomen. U kunt deze natuurlijk ook manueel instellen door op de
knoppen “L/C/R” (B), “D/Q/θ/ESR” (D), “CAL/Hz” (E) en “Δ/H” (C) te drukken.
De meetfrequentie kunt u via de toets “CAL/Hz” (E) selecteren. U kunt de volgende waarden
selecteren: 100 Hz, 120 Hz, 1 kHz, 10 kHz, 100 kHz. Met elke keer drukken, schakelt u de
meetwaarde om. De meetfrequentie bepaalt ook het meetbereik.
Als u de gelijkstroomweerstand (DCR) meet, kiest u via knop “D/Q/θ/DCR” (D) de meetfunctie
“DCR”.
verbind het meetobject (bv. een weerstand) met de meetingang. Op de display wordt na korte
tijd de weerstand weergegeven. Wacht tot de schermwaarde gestabiliseerd is. Dit kan enkele
seconden duren.