39
Bedieningselementen
(zie afbeelding op de uitklappagina)
(1) Instelregelaar voor de DC-stroombegrenzing (AMPERE = eenheid van elekt. stroomsterkte)
(2) DC-stroomindicator “AMPERE”
(3) DC-statusindicatoren:
“CC” (stroombegrenzing/gebruik bij constante stroom)
“CV” (gebruik met constante spanning)
(4) DC-spanningsindicator “VOLT”
(5) Instelregelaar voor de DC-stroombegrenzing (VOLT= eenheid van elekt. spanning)
(6) AC-stroomindicator “AMPERE”
(7) AC-spanningsindicator “VOLT”
(8) Instelregelaar voor de AC-uitgangsspanning
(9) Net-ingangszekering (smeltzekering)
(10) Bevestigingsopeningen voor reksystemen
(11) Netschakelaar voor inbedrijfname (I = IN / O = UIT)
(12) Aardlekschakelaar voor AC-uitgang
(13) Potentiaalvrije AC-contactdoos (zonder randaarde)
(14) Voorgeschreven spanningsuitgang 5VDC (pluspotentiaal = rood “+”, minpotentiaal = blauw “-”)
(15) DC-uitgang regelbaar (pluspool = rood “+”, minpool = blauw “-”, aardpotentiaal = geel/groen)
(16) Draaggreep
(17) Beschermcontact-koude apparaataansluiting voor netsnoer
(18) Ingangskeuzeschakelaar voor netspanning. Let op! In Europe enkel 230 V!
(19) Toestelventilator. Niet afdekken!
(20) DC-regeluitgang aan de achterkant (schroefklem met busfunctie)
(21) DC-ruitgang voor voorgeschreven spanning aan de achterkant (schroefklem met busfunctie)
(22) Aardpotentiaal De aansluiting is rechtstreeks met de randaarde aan de stekker verbonden.