D Diodetest
Let op!
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelin-
gen en componenten evenals andere meetobjecten
absoluut spanningsloos zijn.
Voor het meten van dioden en andere halfgeleidertrajecten gaat u
als volgt te werk (zie ook de afbeelding):
1. Zet de draaischakelaar op "
Ω
".
2. Selecteer met de toets "SELECT" de functie diodetest ""
3. Sluit de meetdraden zoals bij de weerstandsmeting aan op het
meetapparaat en sluit de meetstiften aan op het spanningsloze
meetobject.
Op het display wordt ".0L" voor overload bij open of niet-aangeslo-
ten meetdraden of hoogohmige (of onderbroken) halfgeleidertrajec-
ten weergegeven. Bij een intacte PN-overgang verschijnt bij Si-
diodetrajecten een waarde tussen 0,45 en 0,75 VDC,
Ge-diodetrajecten een waarde tussen 0,2 en 0,4 VDC. Indien echter
in plaats van een spanningswaarde ".0L" verschijnt (voor overloop)
dan is het diodetraject onderbroken of zijn de meetdraden verwis-
seld. Als bij transistors een spanning van meer dan 1V wordt geme-
ten, kan het gaan om transistors met ingebouwde weerstanden.
Bij lichtdioden wordt een doorlaatspanning van ca. 1,4 tot 2,2 VDC
gemeten. Als het om een Low-Current-Led gaat, is de meetstroom
eventueel voldoende om deze LED te laten branden.
rote
Meßleitung
schwarze
Meßleitung
Durchlaßrichtung
rote
Meßleitung
schwarze
Meßleitung
Sperrichtung
83
rode
meetdraad
rode
meetdraad
zwarte
meetdraad
zwarte
meetdraad
Doorlaatrichting
Sperrichting