52
8. LAADTOESTANDINDICATOR VOOR INTERNE ACCU
Druk op de laadtoestandstoets (7). Het scherm (4) licht op en geeft de laadtoestand van de accu in procenten weer.
De controle van de laadtoestand kan vb. na het opladen of tijdens het gebruik worden gebruikt. De indicator gaat na
ca. 30 seconden automatisch opnieuw uit.
Afbeelding 2
Als een verbruiker aan het snelstartsysteem wordt aangesloten (vb. een mobiele telefoon wordt via de USB-aans-
luiting van het snelstartsysteem opgeladen), dan daalt door deze belasting ook de procentwaarde op het scherm
naargelang de laadtoestand van de interne accu sneller of langzamer.
Aangezien bij een aangesloten verbruiker de stroombelasting van de interne accu zeer verschillend kan
zijn, raden wij u aan om de controle van de laadtoestand van de interne accu uit te voeren wanneer er geen
verbruiker is aangesloten.
Let op de volgende informatie m.b.t. de laadtoestand van de interne accu:
90% tot 100%:
Accu is vol, snelstartfunctie of gebruik als externe 12 V-spanningsbron is mogelijk
75% tot 90%:
Accu is niet meer volledig vol, snelstartfunctie beperkt mogelijk, gebruik als externe 12 V-spanningsbron is mogelijk
50% tot 75 %:
Accu niet meer vol, snelstartfunctie niet meer mogelijk, gebruik als externe 12 V-spanningsbron is beperkt mogelijk,
accu moet worden opgeladen
25% tot 50%:
Accu is leeg, snelstartfunctie en aansluiting van externe verburikers niet meer mogelijk, accu moet worden opgela-
den
< 25%:
Accu is leeg, diepontladen of defect, accu opladen en werking controleren.
Wanneer u de laadtoestand controleert terwijl er een verbruiker is aangesloten, kunnen de weergavewaarden
naargelang de hoogte van de stroombelasting heel sterk van de leegloopmeting afwijken. Als in leegloop
meer dan 75% werd weergegeven en onder belasting (bij een aangesloten verbruiker) de weergavewaarde
onder de 25% daalt, dan heeft de aangesloten verbruiker een te hoge stroomopname of heeft de interne
accu aan vermogen verloren.
Als bij het opladen de laadafsluitspanning wordt bereikt (op het scherm knippert „FL“), dan moet u het opla-
den beëindigen.
Wanneer u onmiddellijk na het beëindigen van het opladen de laadtoestand controleert (laadtoestandstoets
(7) indrukken), geeft de laadtoestandsindicator ca. 99% - 100% weer. Aangezien na het beëindigen van het
opladen de accuspanning op de nominale spanning is ingesteld (ca. 12,7 V) kunt u op het scherm al na korte
tijd slechts nog een waarde kleiner dan 100% aflezen. Dit is geen fout, maar is fysiek bepaald.