132
17. Meten – stroomsignaal µA
a) Inleiding
U kunt de multimeter gebruiken om stroomsignalen tot 2000 µA te meten.
De µA stroom ingang is beschermd tegen overbelasting door een resetbare zekering. De zekering hoeft
niet te worden vervangen in geval van overbelasting. De zekeringscomponenten beperken de stroom om
een defect te voorkomen.
b) Meetprocedure
1. Bepaal het type stroom dat u wilt meten en lees vervolgens het bijbehorende
gedeelte in dit hoofdstuk voordat u verder gaat.
2. Stel de multimeter in op de benodigde stroommodus zoals weergegeven in
het desbetreffende hoofdstuk.
3. Steek de rode testkabel in de
voet en de zwarte testkabel in de
COM voet.
4. Sluit de twee meetsonden aan parallel op het voorwerp dat u wilt meten
(bijv. batterij of circuit). Het elektrisch circuit moet worden uitgeschakeld
voordat u de meetsonden aansluit.
5. Sluit het circuit weer aan.
6. Bekijk het bijbehorende gedeelte over hoe de gemeten waarden worden
weergegeven.
7. Na het meten koppelt u weer los van het circuit en verwijdert u de testkabels
van het gemeten voorwerp.
8. Schakel de multimeter uit.
c) Gelijkstroom (
)
• Kies <
> modus. [ DC µ A ] verschijnt op het display.
• Het hoofddisplay toont de gemeten stroom.
- Een min-symbool [ – ] geeft aan dat de stroom in de tegengestelde richting stroomt (of dat de meetkabels zijn
aangesloten op de verkeerde polariteit).
d) Wisselstroom (
)
• Kies <
> modus. [ AC µ A ] verschijnt op het display.
• Het hoofddisplay toont de gemeten stroom.
• Het kleine display geeft de gemeten frequentie weer.
• Het
symbool geeft een true RMS waarde aan.