90
Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke
producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk
voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of
staalborstels en dergelijke.
Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek om het product te reinigen.
vervangen van zekeringen
De stroommeetbereiken zijn met een keramische zekering beveiligd tegen overbelasting. Als er geen meting in dit
bereik meer mogelijk is, moet de fijnzekering worden vervangen.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de DMM uit.
- Los de drie schroeven op de achterzijde van het apparaat en trek het apparaat voorzichtig uit elkaar.
- Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en nominale stroomsterkte. De zekerin-
gen hebben de volgende waarde:
F1 Zekering met een hoog uitschakelvermogen flink 1A/240 V afmeting 6,35 x 25 mm. Standaardomschrijving
F1AH240V, BS1362 of gelijkaardig.
F2 Zekering met een hoog uitschakelvermogen flink 10A/600 V afmeting 6,35 x 25 mm. Standaardomschrijving
F10AH600V, TCC600 of gelijkaardig.
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
het gebruik van herstelde zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is om veilig-
heidsreden niet toegestaan.
gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
!LEvENSgEvaar!
Plaatsen en vervangen van de batterijen
Voor het gebruik van het meetapparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste ingebruikneming
of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen
op het display verschijnt, moeten nieuwe, volle
batterijen worden geplaatst.
Voor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de DMM uit.
- Los de schroef op de achterzijde bij het batterijvak (10) en neem de batterijhouder voorzichtig uit het meetap-
paraat.
- Plaats een nieuwe batterij met de juiste polariteit in de houder van het meetapparaat.
- Schuif de batterijhouder in de DMM en sluit het apparaat zorgvuldig.