105
9. Meetprocedure
Overschrijd nooit de maximaal toegestane ingangswaarden. Raak geen schakelingen of aansluit-
punten aan als daar hogere spanningen dan 33 V ACrms of 70 V DC op kunnen staan. Levensge-
vaar!
Het meten is alleen mogelijk als het vak met de batterij en de zekeringen gesloten is. Als het vak
open is, zijn alle meetbussen mechanisch tegen insteken beveiligd.
Controleer voor het meten altijd alle aangesloten meetsnoeren op beschadigingen (zoals scheuren,
barsten of indeukingen). Defecte meetsnoeren mogen niet langer worden gebruikt! Levensgevaar!
Pak de meetpennen tijdens het meten niet vast boven de voelbare handgreepmarkeringen.
Er mogen altijd alleen de twee voor het meten benodigde meetsnoeren op het meetapparaat aange-
sloten zijn. Verwijder om veiligheidsredenen alle ongebruikte meetsnoeren van het meetapparaat.
Metingen van schakelingen met wisselspanningen hoger dan 33 V of gelijkspanningen hoger dan
70 V mogen alleen worden uitgevoerd door deskundigen of door mensen die vertrouwd zijn met de
geldende voorschriften en de eruit voortvloeiende gevaren.
Zodra er “OL” (Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden.
Voor elke meetfunctie wordt de juiste aansluitvolgorde van de meetbussen op het display aangegeven.
Houd hier bij het aansluiten van de meetsnoeren op het meetapparaat rekening mee.
a) Meetapparaat aan- en uitzetten
Zet de draaiknop (D) op de gewenste meetfunctie.
De meetbereiken moeten handmatig worden ingesteld. Begin de
metingen altijd op het hoogste meetbereik en schakel als dit no-
dig is om naar een lager meetbereik. Verwijder voor het omscha-
kelen altijd de meetsnoeren van het te meten object.
Zet de draaiknop op “OFF” om het apparaat uit te schakelen. Zet
het meetapparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt.
Sluit de meetsnoeren bij opslag bij voorkeur aan op de hoogohmi-
ge meetbussen COM en V. Dit kan een eventuele verkeerde
bediening voorkomen wanneer het apparaat later weer wordt
gebruikt.
Plaats om het meetapparaat te kunnen gebruiken
eerst de meegeleverde batterij. Raadpleeg het hoofd-
stuk “Reiniging en onderhoud” om de batterij op een
juiste manier te plaatsen of te vervangen.