56
Sensorbedrijf „Sense“
Het sensorbedrijf “Sense” maakt een nauwkeurige spanningsinstelling mogelijk, direct op de verbruiker.
Een mogelijke spanningsval over de aansluitleidingen wordt op deze manier betrouwbaar gecompen-
seerd. Het sensorbedrijf is alleen bij uitgang A mogelijk.
De stroominstelregelaars van uitgang A (12) mogen zich niet in de positie mini-
mum (linker aanslag) bevinden, omdat anders niet het complete instelbereik van
de spanning gebruikt kan worden.
Verwijder de aangesloten verbruikers van uitgang A en schakel de netvoeding uit.
Verwijder de kunststofafdekking van de aansluitklemmen (19) aan de achterzijde van het apparaat.
Verwijder de beide kortsluitbruggen tussen de klemmen „(+) SENSE OUT“ en „(+) SENSE IN“ evenals
„(-) SENSE OUT“ en „(-) SENSE IN“.
Verbind de verbruiker met de juiste polariteit aan de uitgangsbussen (14 en 15) van de voeding.
Verbind de sensorleiding met de juiste polariteit tussen de aansluitklemmen van de verbruiker en de
sensoringang van de voeding. De plusleiding moet aan de klem „(+) SENSE IN“ en de minleiding aan de
klem „(-) SENSE IN“ worden aangesloten.
Bevestig de kunststofafdekking weer op de aansluitklem.
Schakel de voeding in via de aan/uit-schakelaar (1). De bedrijfsindicator (2) licht op en op het display
worden spanning en stroom weergegeven.
Stel de parameters in naar wens zoals beschreven in het hoofdstuk “Ingebruikname”.
Controleer nogmaals de correct ingestelde uitgangsspanning.
De aangesloten verbruiker kan nu worden ingeschakeld.
Voor het normale bedrijf zonder sensor moeten de kortsluitbruggen weer
geplaatst worden.
Verwijder bij het loskoppelen van de verbruiker steeds eerst de voedingsleidin-
gen, of schakel de labovoeding uit, voor u de sensorleidingen los maakt. Als dit
niet gebeurt kan de uitgangsspanning stijgen tot het maximum, en kan de ver-
bruiker ev. beschadigd raken.