58
Verhelpen van storingen
U heeft met deze labovoeding een product aangeschaft dat betrouwbaar en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele manieren om eventuele storingen te verhelpen:
Neem beslist de veiligheidsvoorschriften in acht!
Storing
Mogelijke oorzaak
De voeding kan niet
Brandt de bedrijfsindicator op de voeding (2) ?
inschakelen.
Controleer de netspanning (evt. netzekering in het apparaat
resp. de beveiligingsschakelaar in de kabel controleren).
Aangesloten verbruikers
Is de juiste spanning ingesteld?
functioneren niet.
Is de polariteit juist?
Controleer de technische gegevens van de verbruiker.
De „OT“-indicator brandt.
Het toestel is overbelast en oververhit.
Laat het apparaat ingeschakeld maar zonder belasting afkoelen.
De „CC“-indicator brandt.
Constante stroomgebruik
De vooringestelde stroomsterkte werd overschreden.
Controleer de stroomopname van uw verbruiker en vergroot ev.
de stroombegrenzing van de voeding.
De „CV“-indicator brandt
Constante spanningsgebruik
De netvoeding werkt normaal. Op de uitgang wordt de ingestelde,
constante spanning uitgegeven.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat, bijv. op beschadiging van de behuizing.
Een reparatie mag uitsluitend plaatsvinden door een vakman die vertrouwd is
met de risico’s resp. toepasselijke voorschriften. Bij het eigenmachtig uitvoeren
van wijzigingen of reparaties aan of in het apparaat, vervalt het recht op garantie.
Zekeringen en reserveonderdelen vallen niet onder de vrijwaring/garantie.