20
NL
WWW.VONROC.COM
2. Houd de diepteaanslag knop (9) ingedrukt en
voer de diepteaanslag liniaal (8) door het gat in
de zijhandgreep.
3. Stel de aanslag in op de gewenste boordiepte.
4. Laat de diepteaanslag knop los.
4. BEDIENING
Hamerboren vereist weinig druk van de
gebruiker. Overdadige druk kan er toe
leiden dat de motor onnodig overbelast
wordt en boren verbranden. Tevens kan de
boor vervormen, waardoor het niet weer uit
de machine gehaald kan worden.
De aan/uitschakelaar (Afb. A)
• Schakel de machine in door op de aan/uit-
schakelaar (2) te drukken. Wanneer u de aan/
uit-schakelaar (2) loslaat, wordt de machine
uitgeschakeld.
• De draaisnelheid kan voortdurend worden bijge-
steld door de aan/uit-schakelaar (2) dieper of
minder diep in te drukken.
Vergrendelingsknop (Afb. A)
• Vergrendel de aan/uit-schakelaar (2) door de
aan/uit-schakelaar (2) en vervolgens de ver-
grendelingsknop (4) in te drukken.
De draairichting veranderen (Afb. A)
• Voor draairichting linksom: schuif de schakelaar
links / rechts (1) naar “
”.
• Voor draairichting rechtsom: schuif de schake-
laar links / rechts (1) naar “
”.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de
machine in de “boormodus” staat (zoals is weerge-
geven in Afb. D).
Functiekeuzeschakelaar (Afb. C, D)
Stel de functiekeuzeschakelaar (5) pas in
als de machine stilstaat, anders beschadigt
u de machine. Afb. C
Voor elke functie is de juiste stand van de functie-
keuzeschakelaar (5) in de afbeeldingen weergege-
ven in Afb. D. Zorg er altijd voor dat de functiekeu-
zeschakelaar met een klik in de gewenste stand
komt.
A) Boren (zonder hamerfunctie): voor boren in ver-
schillende materialen.
B) Boren met hamerfunctie: voor boren in metselwerk
als baksteen, beton en vergelijkbaar materiaal.
C) Hoekinstelling beitel: om de hoek van de beitel
te wijzigen. Schakel terug naar D wanneer u een
loodrechte hoek wilt instellen voordat u de machi-
ne gaat gebruiken.
D) Frezen (beitelfunctie): voor frezen en kleine sloop-
werkzaamheden.
Tips voor de gebruiker
• Gebruik bij grote gaten in bijvoorbeeld zeer hard
beton eerst een kleinere boort om voor te bo-
ren, vervolgens boort u op de gewenste grootte.
• Houd de machine stevig vast met twee handen.
Let op: de boor kan vastlopen, waardoor de
boormachine plotseling kan gaan draaien (voor-
al bij het boren van diepe gaten).
• Oefen niet te veel druk uit op de machine; laat
de machine het werk doen.
5. ONDERHOUD
Schakel, voordat u met de reiniging en het
onderhoud begint, altijd de machine uit en
haal het accupack uit de machine.
Reinig de machinebehuizing regelmatig met een
zachte doek, bij voorkeur iedere keer na gebruik.
Zorg dat de ventilatiesleuven vrij van stof en vuil
zijn. Gebruik bij hardnekkig vuil een zachte doek
bevochtigd met zeepwater. Gebruik geen oplosmid-
delen als benzine, alcohol, ammonia, etc. Dergelij-
ke stoffen beschadigen de kunststof onderdelen.
MILIEU
Defecte en/of afgedankte elektrische of
elektronische gereedschappen dienen ter
verwerking te worden aangeboden aan een
daarvoor verantwoordelijke instantie.
Uitsluitend voor EGlanden
Werp elektrisch gereedschap niet weg bij het
huisvuil. Conform de Europese Richtlijn 2012/19/
EG voor Afgedankte Elektrische en Elektronische
Apparatuur en de implementatie ervan in nationaal
recht moet niet langer te gebruiken elektrisch
gereedschap gescheiden worden verzameld en op
een milieuvriendelijke wijze worden verwerkt.