88
Effacement des émetteurs manuels
Vous pouvez supprimer des émetteurs manuels (par ex. en cas de perte
de ces derniers) de l’utilisation de votre radiotélécommande en procédant
à
5
recodages successifs des émetteurs manuels fonctionnels autorisés.
A cette fin, procéder en suivant la description fournie ci-après, au
paragraphe "Recodage des émetteurs manuels".
Ouvrir le véhicule au moyen de l’émetteur manuel
S’asseoir dans le véhicule. Toutes les portes doivent être fermées,
sans être toutefois verrouillées.
Recodage des émetteurs manuels
Réglages sur le récepteur radio
Nota !
Afin que les réglages soient reconnus par le récepteur radio,
débrancher auparavant la fiche de connexion.
Interrupteur DIP 1
(voir L
➀
)
Ce sélecteur permet le réglage du temps de commande pour le relais
réservé à l’activation du verrouillage centralisé (=VC).
Position On (Marche) "3,5 s"
L’activation du VC dure 3,5 s.
Cette position est requise pour certains VC d’origine à fonctionnement
pneumatique, lesquels nécessitent donc plus de 0,6 s pour la fermeture.
Position Off (Arrêt) "0,6 s"
Cette position touche tous les VC électriques qui nécessitent en principe
moins de 0,6 s pour la fermeture.
Interrupteur DIP 2
(voir L
➁
)
Ce sélecteur permet le réglage de la fonction de commande du raccord
confort.
Position On (Marche)
Sortie activée après l’appui sur la touche grise. Un nouvel appui sur l’une
des touches d’émission génère la désactivation.
Position Off (Arrêt)
La sortie reste activée pendant 10 s après l’appui sur la touche grise.
113
NL
U dient dient de volgende gegevens al naar gelang de voertuiguitrusting
opnieuw in te voeren:
radiocode · voertuigklok · schakelklok · boordcomputer · stoelpositie
Aanwijzingen voor het instellen kunt u nalezen in de desbetreffende
bedieningshandleidingen.
Waarschuwing!
In het voertuig gemonteerde onderdelen van de
MAGIC TOUCH MT-350
moeten zodanig worden bevestigd, dat
deze in geen enkele situatie (plotseling krachtig remmen,
verkeersongevallen) kunnen losraken en tot
verwonding van
bestuurder en passagiers
kunnen leiden.
N.B. !!
Voor het controleren van de spanning in elektrische leidingen
mag uitsluitend een diodetestlamp (zie
✎
A
➀
) of een voltmeter
(zie
✎
A
➁
) worden gebruikt. Testlampen (zie
✎
A
➂
) met een
gloeidraadelement nemen te veel stroom op waardoor de
voertuigelektronica beschadigd kan raken.
N.B. !!
Om schade te vermijden, letten op voldoende vrije ruimte
waar de boor naar buiten komt (zie
✎
A
➃
) letten. Ieder boorgat
ontbramen en met antiroestmiddel behandelen.
Veiligheids- en inbouwinstructies
Inleiding
De MT-350 draadloze afstandsbediening is een aanvulling op de centrale
vergrendeling van uw voertuig. Met een kleine zender opent en sluit u de
deuren van uw voertuig. Functie-uitbreidingen, zoals b.v. activering van
de elektrische raamkrukken, de schuifdakaandrijving, of de ingebouwde
verwarming zijn via hulpmodules mogelijk.
Voorwaarden voor een goede werking van de
afstandsbediening
Uw voertuig moet een bedrijfsspanning van 12 V hebben.
Uw voertuig moet met een centrale vergrendeling zijn uitgerust.
Een aantal fabrikanten rusten hun voertuigen met een centrale
spaarvergrendeling uit. In deze voertuigen bevindt zich in de deur aan
bestuurderszijde geen servomotor, maar alleen een elektrische
schakelaar. Bij deze voertuigen moet een servomotor worden ingebouwd
(b.v. WAECO Art. Nr.: ML-11). Om vast te stellen, of een servomotor
aanwezig is, gaat u als volgt te werk: