51
FinishControl 3500
NL
VERHELPEN VAN STORINGEN
2. Membraan met pen vooruit in het klepdeksel zetten (zie
daarvoor ook de markering op het pistoolli
c
haam.).
3. Pistoolli
c
haam ondersteboven zetten en klepdeksel van
onder aans
c
hroeven.
4. Steek de ventilatieslang op het ventieldeksel en op de
nippel op het pistoolli
c
haam.
14
VERHELPEN VAN STORINGEN
STORING
OORZAAK
OPLOSSING
Apparaat loopt niet aan
•
Geen netspanning aanwezig
•
Controleren
Er komt geen materiaal uit de
spuitkop
•
Spuitkop verstopt
•
Te geringe materiaalhoeveelheid
ingesteld
•
Reservoirdi
c
hting bes
c
hadigd
•
Geen drukopbouw in het reservoir
•
Reservoir leeg
•
Lu
c
httoevoerslang los/bes
c
hadigd
•
Stijgbuis los
•
Stijgbuis / stijgbuisfilter verstopt
•
Ontlu
c
htingsboring verstopt
•
Membraan vastgeplakt
•
Membraan zit omgekeerd
•
Reinigen
•
Hoeveelheid verhogen
•
Vervangen
•
Reservoir vastdraaien
•
Bijvullen
•
Insteken of vervangen
•
Insteken
•
Reinigen resp. ander filter gebruiken
•
Reinigen
•
Demonteren en reinigen (zie paragraaf 13.2)
•
Membraan
c
orre
c
t plaatsen (zie paragraaf 13.2)
Materiaal druppelt na uit de
spuitkop
•
Lu
c
htkap, mondstuk of naald vervuild
•
Spuitopzet verkeerd gemonteerd
•
Spuitkop los
•
Spuitkopafdi
c
hting ontbreekt of is
versleten
•
Spuitkop versleten
•
Naald versleten
•
Reinigen
•
Corre
c
t monteren (zie paragraaf 12.1)
•
Wartel vastdraaien
•
In takt zijnde spuitkopafdi
c
hting plaatsen
•
Vervangen
•
Nieuwe spuitopzet gebruiken
Te grove verstuiving
•
Materiaalhoeveelheid te hoog
•
Spuitkop vuil
•
Materiaal te dikvloeibaar
•
Te lage drukopbouw in het reservoir
•
Lu
c
htfilter sterk vervuild
•
Te geringe lu
c
hthoeveelheid
•
Hoeveelheid verlagen
•
Reinigen
•
Verder verdunnen
•
Reservoir vastdraaien
•
Vervangen (zie paragraaf 13.1)
•
Hoeveelheid verhogen
Spuitstraal pulseert
•
Materiaal in het reservoir is bijna vop
•
Spuitkopafdi
c
hting ontbreekt of is
versleten
•
Lu
c
htfilter sterk vervuild
•
Stijgbuis los
•
Stijgbuis / stijgbuisfilter verstopt
•
Bijvullen
•
In takt zijnde spuitkopafdi
c
hting plaatsen
•
Vervangen (zie paragraaf 13.1)
•
Insteken
•
Reinigen resp. ander filter gebruiken
Materiaal loopt op het obje
c
t
naar beneden
•
Teveel materiaal opgebra
c
ht
•
Te geringe afstand
•
Verkeerde spuitopzet
•
Hoeveelheid verlagen
•
Afstand vergroten
•
Andere spuitopzet gebruiken