NEDERLANDS
de
en
fr
it
es
pt
nl
da
sv
no
fi
tr
pl
cs
sk
hr
hu
sl
ro
bg
ru
uk
et
lv
lt
el
ar
38
Gebruik
Voorbereiding
Bewaar het verpakkingsmateriaal om het apparaat
later veilig te kunnen opbergen en vervoeren.
f
Controleer of de levering compleet is.
f
Controleer alle onderdelen op eventuele
transportschade.
Veiligheid
Voorzichtig! Schade door onjuiste
voedingsspanning.
f
Gebruik het apparaat uitsluitend met de op het
typeplaatje aangegeven spanning.
Gebruik op netvoeding
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat in te
schakelen (afb. 2
ⓐ
) en na het gebruik weer uit te scha-
kelen (afb. 2
ⓑ
).
Bediening
Kniplengteverstelling
De normale kniplengte van het apparaat is zonder opzet-
kam ca. 0,1 mm. De kniplengte kan - ook tijdens gebruik
- van 0,1 tot 3 mm worden ingesteld.
1. Schuif de vergrendeling (B) omlaag (afb. 3
ⓐ
)
2. Druk op de verstelhendel aan de zijkant (afb. 4
ⓐ
) om
de kniplengte in 6 klikstanden (MultiClick) in te stellen.
3. Schuif de vergrendeling (B) omhoog (afb. 3
ⓐ
) om de
instelling te ontgrendelen en de normale kniplengte van
ca. 0,1 mm te herstellen.
Knippen met opzetkammen
Het apparaat kan ook met opzetkammen worden gebruikt.
U kunt het scheerlengtebereik met opzetkammen
vergroten.
Afhankelijk van het model worden er verschillende opzet-
kammen bijgeleverd. Als verdere accessoires zijn de opzet-
kammen #1 (4,5 mm), #2 (6 mm), #3 (9 mm), #4 (14 mm),
#5 (19 mm) en een verstelbare opzetkam (4 - 18 mm) als
optie verkrijgbaar.
Opzetkam monteren / demonteren
De verstelhendel voor de kniplengteverstelling
mag niet vergrendeld (afb. 4
ⓑ
) zijn.
f
Schuif de vergrendeling (B) omhoog (afb. 3
ⓐ
)
1. Schuif de opzetkam in de richting van de pijl tot aan de
stootnok op de snijkop (afb. 5
ⓐ
).
2. Schuif de opzetkam in de richting van de pijl van de
snijkop af (afb. 5
ⓑ
).
Onderhoud
Waarschuwing! Letsel en materiële schade
door ondeskundige omgang.
f
Schakel het apparaat voor aanvang van alle
reinigings- en onderhoudswerkzaamheden uit
en scheid het van de stroomvoorziening.
Reiniging en onderhoud
Gevaar! Elektrische schok door binnendrin-
gend vocht.
f
Het apparaat mag niet in water worden
ondergedompeld!
f
Laat geen vloeistof in het apparaat
binnendringen.
f
Sluit het apparaat pas weer op de stroomtoe-
voer aan als het helemaal droog is.
Voorzichtig! Schade door agressieve
chemicaliën.
Agressieve chemicaliën kunnen schade toebren-
gen aan het apparaat en de accessoires.
f
Gebruik geen oplos- of schuurmiddelen.
f
Gebruik alleen het reinigingsmiddel en de
snijkopolie zoals door de fabrikant geadviseerd
wordt.
Toebehoren en onderdelen kunt u via uw dealer of
bij ons servicecenter bestellen.
f
Verwijder de opzetkam telkens nadat u het apparaat
hebt gebruikt (afb. 5
ⓑ
). Verwijder met de reinigingsbor-
stel de haarresten van de snijkop.
f
Voor een grondige reiniging kan de snijkop
losgeschroefd worden, zie hoofdstuk Vervan-
ging van de snijkop.
f
Wij adviseren om na het reinigen van de snijkop hygië-
nespray te gebruiken. Hij houdt alle snijkoppen hygië-
nisch schoon en gaat bacteriën en virussen tegen.
f
Smeer de snijkop met de snijkopolie (afb. 6).
f
Wij adviseren u om de snijkop tijdens en na gebruik
met Blade Ice-spray te reinigen en te onderhouden. De
Blade Ice-spray zorgt voor onmiddellijke koeling, sme-
ring en reiniging van de snijkop en biedt bescherming
tegen corrosie.
f
Zet het apparaat kort aan (ca. 10 sec.) zodat de olie-
laag zich gelijkmatig verdeelt.
f
Voor een optimale knipprestatie over langere
tijd is het van belang om de snijkop veelvuldig
te smeren.
f
Wanneer na langere gebruiksduur ondanks
regelmatige reiniging en smering de knip-
prestatie afneemt, moet de snijkop worden
vervangen.
f
Neem het apparaat alleen met een zachte, eventueel
licht vochtige doek af.