68
69
Opgelet
De materiaaldruk mag niet hoger zijn ingesteld dan 6 bar. De luchtdruk mag 6 bar
niet overschrijden.
Waarschuwing
Het spuitpistool moet na beëindiging van het werk altijd drukloos worden geschakeld.
De onder druk staande leidingen kunnen springen en personen in de buurt verwon-
den door het uitstromende materiaal.
Aanwijzing
Vóór het in bedrijf stellen moet het spuitpistool gespoeld worden, om het spuitmateri-
aal niet te verontreinigen.
6
Spuitbeeld veranderen
U kunt aan de PILOT PREMIUM door de volgende instellingen het spuitbeeld veran-
deren.
Materiaaldebiet instellen:
Het materiaaldebiet wordt bepaald door de grootte
van de spuitkop. Bovendien kan het materiaalde-
biet worden geregeld door de Naaldinstelschroef
(pos. 14) erin resp. eruit te schroeven.
Spuitstraal instellen:
De spuitstraal wordt geregeld door de luchtverdeelring (pos. 2) te vervangen of te verwijderen.
Er zijn drie mogelijkheden:
Luchtaansluiting
Verstuiverlucht regelen:
Het verstuiverluchtdebiet kan worden ingesteld
door het reduceerventiel in de installatie.
Materiaalaansluiting
1.
geen luchtverdeelring
(Spuithoek ca. 60°)
= grote brede straal
2.
luchtverdeelring zonder gat
= ronde straal
3.
luchtverdeelring 4-gats
(Spuithoek ca. 30°)
normale brede straal
6.1
Gebrek van een spuitbeeld elimineren
De volgende tabel toont u met welke instellingen u het spuitbeeld kunt beïnvloeden.
Spuitbeeldproef
Afwijking
Vereiste instelling
Spuitbeeld is in het mid-
den te dik
• Bredere spuitstraalvorm
instellen
Spuitbeeld is aan de uit-
einden te dik
• Rondere spuitstraalvorm instel-
len
Spuitbeeld is tamelijk
grofdruppelig
• Verstuiverluchtdruk verhogen
Opgebrachte materiaal
is in het midden van het
spuitbeeld erg dun
• Verstuiverluchtdruk verlagen
Spuitbeeld is in het mid-
den gespleten
• Sproeierdiameter vergroten
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Materiaaldruk verhogen
Spuitbeeld is erg convex • Materiaaldruk verlagen
• Verstuiverluchtdruk verhogen
7
Ombouw en reparatie
Als u het spuitbeeld verdergaand dan de reeds genoemde mogelijkheden wilt veran-
deren, dan moet het spuitpistool omgebouwd worden. De bij het spuitmateriaal pas-
sende luchtkop- / materiaalsproeier- / naaldcombinatie vormt een op elkaar afge-
stemde eenheid - het sproeiersegment. Vervang altijd het complete sproeierseg-
ment, opdat de gewenste spuitbeeldkwaliteit behouden blijft.
Waarschuwing
Onderbreek vóór elk ombouwen of repareren de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool - verwondingsgevaar.
Aanwijzing
Gelieve voor de uitvoering van de in wat volgt opgesomde werkstappen de explosie-
tekening aan het begin van deze gebruiksaanwijzing te gebruiken.
7.1
Materiaalsproeier
en
Luchtkop
vervangen
1. Schroef de luchtkop (pos. 1) van het pistoollichaam (pos. 6).
2. De luchtverdeelring (pos. 2) van de materiaalspuitkop af trekken.
3. Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 9 uit het pistoollichaam.
De montage van de nieuwe materiaalspuitkop gebeurt in omgekeerde volgorde.
nagestreefd spuitresultaat
Summary of Contents for PILOT TWIN
Page 2: ...PILOT TWIN Stand Januar 2011 1...
Page 39: ......