64
65
Het is aan de verantwoordelijke overheidsinstantie resp. de exploitant de
mate van explosiegevaar vast te stellen (indeling in zones).
Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische
gegevens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voor-
schriften overeenstemmen. In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van
het apparaat een gevaar voor personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploi-
tant passende veiligheidsmaatregelen te nemen. Als er bij gebruik onzekerheid
ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de exploitant niet naar believen
functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden stopgezet en moet met con-
tact worden opgenomen met WALTHER Spritz- und Lackiersysteme.
Aarding/potentiaalnormalisatie
Gegarandeerd dient te worden dat het spuitpistool zowel separaat als gemonteerd
op de installatie, voldoende geaard is (Maximale weerstand: 10
6
Ω)
.
1.3
Ondoelmatig gebruik
Het spuitpistool mag niet op een andere wijze worden gebruikt dan beschreven
onder
1.2 Doelmatig gebruik
. Elk ander gebruik is ondoelmatig.
Ondoelmatig gebruik is bijvoorbeeld:
• het verstuiven van stoffen op mensen en dieren.
• het verstuiven van vloeibare stikstof.
2
Technische beschrijving
De modellen WA XV van de PILOT-serie werken volautomatisch met behulp van
persluchtsturing en worden aangestuurd via een 3/2-wegsstuurventiel. Hiervoor
kunnen hand-, voet- of magneetnozzles worden gebruikt.
Als het 3/2-wegsstuurventiel wordt geactiveerd, komt de voor de aansturing
noodzakelijke perslucht in de cilinderruimte van het spuitpistool en worden achte-
reenvolgens het verstuivingsluchtkanaal en het toevoersysteem van de te verstui-
ven stof geopend.
Als de besturingslucht via het 3/2-wegsstuurventiel opnieuw wordt onderbroken,
ontsnapt eerst de perslucht die zich in de cilinderruimte bevindt. De veerdruk van
de zuigerveer drukt daarna de materiaalnaald opnieuw in de uitgangspositie en
sluit zo de toevoer van te versproeien materiaal en verstuivingslucht af.
Het materiaaldebiet en de vorm van de spuitstraal (vlak, breed of rond) worden
ingesteld met behulp van regelschroeven aan het pistool.
Het materiaaltoevoersysteem van model WA XV met trekker kan manueel worden
geopend om bijvoorbeeld een verstopte nozzle te reinigen.
De model PILOT WA XV-HVLP is een zuivere lagedruk-spuitpistool en werkt met
een spuitdruk van 0,7 bar bij ingangsdruk van 3,5 bar.
Met behulp van het pistoolvoorzetstuk met dubbele aansluiting voor de toevoer van
het materiaal kan het PILOT WA XV-spuitpistool in een rondpompsysteem worden
geïntegreerd. Op deze manier kunnen verschillende spuitpistolen via de ringvormig
geïnstalleerde rondpompleiding gelijktijdig worden voorzien van spuitmateriaal. Het
spuitpistool kan worden aangesloten aan materiaaldrukvaten en pompinstallaties.
3
Veiligheidsinstructies
3.1
Aanduiding van de veiligheidsinstructies
Gevaar
Het pictogram en de risico-aanduiding "Gevaar" wijzen op een mogelijk gevaar voor
Personen. Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen.
Opgelet
Het pictogram en de risico-aanduiding "Opgelet" wijzen op een mogelijk gevaar
voor materiele schade. Mogelijke gevolgen: materiele schade.
Aanwijzing
Het pictogram en de risico-aanduiding "Aanwijzing" wijzen op bijkomende, nuttige
informatie voor een veilig en efficient gebruik van het spuitpistool
3.2
Algemene veiligheidsinstructies
•
De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veilig-
heids- technische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen
in acht te worden genomen.
•
Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het
werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden Bij het verspuiten van
licht ontvlambare materialen (b.v. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat
een verhoogd gezondheids-, explosie- en brandrisico.
•
Gegarandeerd dient te worden dat het spuitpistool zowel separaat als gemon-
teerd op de installatie, voldoende geaard is (Maximale weerstand: 10
6
Ω)
•
Maak vóór ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool vrij van druk- letselrisico.
•
Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen
voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico.
•
Richt het spuitpistool niet op personen en dieren – letselrisico.
•
Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitma-
teriaal en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen kun-
nen schade aan de gezondheid veroorzaken.
•
De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied
en het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschre-
ven ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het
spuitpistool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar
voor uw gezondheid.
•
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het
spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 86 dB (A).
•
Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhouds-
werkzaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid.
•
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend
voor deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen.
Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin
gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327
Wuppertal.