68
69
Opgelet
Houd bij het verstuiven van materiaal geen handen of andere lichaamsdelen voor
de onder druk staande nozzle van het spuitpistool - gevaar voor letsels.
Opgelet
Let er bij de ingebruikname van het spuitpistool op, dat er zich geen enkele per-
soon in het verstuifbereik van het pistool bevindt - gevaar voor letsels.
1. Neem het pistool in gebruik om het spuitprofiel te testen (zie
5.2
Ingebruikname en buitengebruikstelling
).
2. Controleer het resultaat van de test en pas indien nodig de instellingen van
het spuitpistool aan (zie
5.4 Het spuitprofiel veranderen
).
5.4
Het spuitprofiel veranderen
Aan de PILOT WA XV / WA XV met trekker / WA XV-HVLP kunt u met de volgende
instellingen het spuitprofiel wijzigen.
Instellen van een brede of een vlakke straal
Brede / vlakke straal of ronde straal instellen
1. Los de geribde luchtkopmoer
lichtfies.
2. Draai Iuchtkap
los:
• verticale positie van de
luchtkopklauwen
= vlakke straal
• horizontale positie van de
luchtkopklauwen
= brede straal
3. Draai de Iuchtkopmoer
vast.
4. Los contramoer
met een sleutel
(SW 11).
5. Draai de fijninstelschroef
• in de richting - voor een ronde straal-
vorm.
• in de ri voor een bredere of vlak-
kere straalvorm.
6. Draai de regelschroef
opnieuw vast,
hiermee stelt u de gekozen straalvorm
vast int.
Midden-lucht regulering (alleen PILOT WA XV-HVLP)
De stelschroef
dient voor de regeling van de mid-
den-lucht.
Instelling van het debiet
1. Draai de regelschroef
van de materiaaltoevoer uit de basispositie
(= inkeping aan de veerbus)
•
in de richting - om het debiet te verminderen.
•
in de ri om het debiet te verhogen.
Regelen van de materiaaldruk
Deze kan alleen aan de pomp of aan het drukreservoir worden ingesteld. Let daarbij
op de aanwijzingen en de veiligheidsinstructies van de fabrikant.
Regelen van de verstuivingsluchtdruk
De verstuivingsluchtdruk wordt ingesteld aan het drukluchtreduceerventiel van de
compressorinstallatie. Let daarbij op de aanwijzingen en de veiligheidsinstructies van
de fabrikant.
Als u het spuitprofiel niet naar wens kunt instellen met de vermelde mogelijkheden,
dat moet u het spuitpistool ombouwen (zie
5.5 Ombouwen van het spuitpistool
).
WALTHER biedt hiervoor een gamma uiteenlopende luchtkop-, nozzle- en naaldcom-
binaties aan.
Gebreken van een spuitprofiel verhelpen
Uit de volgende tabel kunt u afleiden met welke instellingen u het spuitprofiel kunt
beïnvloeden.
Spuitbeeldproef
Afwijking
Vereiste instelling
Spuitbeeld is in het midden te dik
•
Bredere spuitstraalvorm instellen
Spuitbeeld is aan de uiteinden te
dik
•
Rondere spuitstraalvorm instellen
Spuitbeeld is tamelijk grofdruppelig
•
Verstuiverluchtdruk verhogen
Opgebrachte materiaal is in het
midden van het spuitbeeld erg dun
•
Verstuiverluchtdruk verlagen
Spuitbeeld is in het midden gesple-
ten
•
Sproeierdiameter vergroten
•
Verstuiverluchtdruk verlagen
•
Materiaaldruk verhogen
Spuitbeeld is erg convex
•
Materiaaldruk verlagen
•
Verstuiverluchtdruk verhogen
nagestreefd spuitresultaat