GEURWAARSCHUWING
!!!
!!!
!!!
!!!
WAARSCHUWING
Verstikkingsgevaar
1. Gebruik de luchtverwarmer niet om vertrekken waarin zich mensen bevinden te
verwarmen.
2. Gebruik hem niet in niet-verluchte ruimtes.
3. De verbrandings- en ventilatieluchtstroom mag niet belemmerd worden.
4. Er moet in voldoende ventilatielucht worden voorzien om de behoefte aan
verbrandingslucht van de luchtverwarmer te ondersteunen.
5. Onvoldoende goede ventilatielucht zal leiden tot een slechte verbranding.
6. Een slechte verbranding kan leiden tot koolstofmonoxidevergiftiging, die op haar
beurt kan leiden tot een ernstig letsel of de dood. Symptomen van
koolstofmonoxidevergiftiging kunnen zijn: hoofdpijn, duizeligheid en
ademhalingsproblemen.
GEUR VAN BRANDSTOFGAS
Aan PROPANE en aardgas zijn speciaal voor de detectie van
brandstofgaslekken geurstoffen toegevoegd.
Als er een gaslek is, dan moet u het brandstofgas kunnen ruiken. Aangezien
propaan (PROPANE) zwaarder is dan lucht moet u de gasgeur dicht bij de vloer
waarnemen. RUIKT U GAS, DAN IS DAT EEN SIGNAAL OM ONMIDDELLIJK IN
ACTIE TE SCHIETEN!
1. Doe niets waardoor het brandstofgas zou kunnen ontbranden. Bedien geen
elektrische schakelaars. Trek geen voedings- of verlengkabels uit. Steek geen
lucifers aan noch enige andere vlambron. Maak geen gebruik van uw telefoon.
2. Breng onmiddellijk iedereen uit het gebouw en weg van de betrokken zone.
3. Sluit alle propaangas-, (PROPANE)-tank- of cilinderbrandstoftoevoerkleppen, of
de hoofdbrandstoftoevoerklep aan de meter als u aardgas gebruikt.
4. Propaangas (PROPANE) is zwaarder dan lucht en zakt naar lagergelegen zones.
Vermoedt u dat er een propaanlek is, ga dan weg uit alle lagergelegen zones.
5. Gebruik de telefoon van uw buur en bel uw gasleverancier en de brandweer. Ga
niet meer binnen in het gebouw of de zone.
6. Blijf weg uit het gebouw en weg van de zone totdat de brandweer en uw
gasleverancier ze veilig hebben verklaard.
7. TEN SLOTTE, laat de persoon van de gasservice en de brandweermannen een
controle op ontsnapt gas doen. Laat hen het gebouw en de zone verluchten
voordat u terugkeert. Behoorlijk opgeleid servicepersoneel moet eventuele lekken
herstellen, controleren of er nog lekken zijn en het apparaat voor u opnieuw
opstarten.
8.