4. Controleer of de netspanning met de gegevens op het
typeplaatje overeenkomt en de netschakelaar (6) zich in
uitgeschakelde toestand bevindt, alleen accuversie.
5. Het regelapparaat met de schakelvoeding (17) met het
net verbinden. Scheidingsschakelaar (6) op "
I
" zetten,
accu wordt geladen. Op het display (1) verschijnt "
OFF
".
6. Op het display wordt de laadprocedure weergegeven.
7. Druk ca. 1 sec. op de toetsen
+
(2) en
–
(3), het toestel
wordt ingeschakeld en op het display (1) verschijnt
"
ON
".
Daarna schakelt de elektronica automatisch over op de
weergave van de gewenste waarde.
6. Toestel bedienen
6.1 Temperatuur instellen
Temperatuur individueel instellen
1. De toets
+
of
-
indrukken.
Het display schakelt over op de gewenste waarde.
Het temperatuursymbool (8) knippert.
2. De toets
+
of
-
indrukken om de gewenste temperatuur
in te stellen
- Kort aantippen verstelt de gewenste waarde met één
graad Celsius/Fahrenheit
- Het permanent indrukken verandert de gewenste waarde
in snelloop.
Ca. 2 seconden na het loslaten van de insteltoetsen
verschijnt op het display opnieuw de werkelijke waarde.
6.2 Solderen
Behandeling van de soldeerpunten
- Maak bij het eerste opwarmen de vertinde soldeerpunt
met soldeersel nat. Dit verwijdert oxidelagen en
onreinheden aan de soldeerpunt.
- Bij soldeerpauzes en voor het afleggen van de
soldeerbout er altijd op letten dat de soldeerpunt goed
vertind is.
- Geen te agressieve vloeimiddelen gebruiken.
- Controleer altijd of de soldeerpunten goed vast zitten.
- Stel de werktemperatuur zo laag mogelijk in.
- Kies de voor de toepassing grootst mogelijke
soldeerpuntvorm.
Vuistregel: ca. zo groot als het component of het landvlak
van de printplaat
- Zorg voor een ruime warmteoverdracht tussen
oldeerpunt en soldeerplaats door de soldeerpunt goed te
vertinnen.
- Schakel bij langere werkonderbrekingen het
soldeersysteem uit of gebruik de Weller-functie voor de
temperatuurverlaging bij niet-gebruik.
- Maak de punt nat voor u de soldeerbout in de houder
plaatst.
- Doe het soldeersel direct op de soldeerplaats, niet op de
soldeerpunt.
- Vervang de soldeerpunten met het bijbehorende
gereedschap.
- Oefen geen mechanische kracht op de soldeerpunt uit.
Aanwijzing:
De regelapparaten werden voor een gemiddelde soldeer-
puntgrootte gejusteerd. Afwijkingen door een puntwissel of
het gebruik van andere puntvormen kunnen ontstaan.
6.3 Toestel uitschakelen
Druk op de toets
+
en
–
tot "
OFF
" op het display verschijnt.
Aanwijzing
Bij langer niet-gebruik de accuscheidingsschakelaar (6) op
"
0
" zetten. Hierbij moet erop gelet worden dat de accu min.
50% geladen is, zie gebruiksvoorschrift accu pagina 32.
Soldeerpuntwissel
Opgelet verbrandingsgevaar!
Voor de soldeerpuntwissel is er geen werktuig nodig.
Soldeerpunt alleen in koude toestand vervangen.
De soldeerpunt is in de achterste boutgreep (15) gestoken
en kan door gewoon aan de softgreep van de soldeerpunt
(16) te trekken, verwijderd worden.
Attentie
- Soldeerpunt alleen in koude toestand
vervangen.
- Altijd op de goede zitting van de soldeerpunt
letten.
33
Nederlands
Istwertanzeige
Sollwertanzeige
Eingestellte
Stanby-
temperatur
200 °C
+
od
-
Eingestellter SET-
BACK-ZEIT nach
5 min Nichtnutzung
Eingestellter OFF-
SET-ZEIT nach
5 min Nichtnutzung
OFF
OFF
+
und
-
2 s
4 s
OFF
OFF
nach 3 s ohne Tastendruck
°C / °F