25
GS-MULTI-IND-WH (Rev.1)
GUIDA ALLA RISOLUZIONE DELLE ANOMALIE
Una problema nel funzionamento del ventilatore può essere dovuto ad un montaggio, un'installazione o un
collegamento elettrico improprio. Questi errori di installazione potrebbero a volte essere ritenuti difetti del ventilatore.
Se si riscontra un difetto, leggere la presente Guida alla risoluzione delle anomalie e, qualora non sia possibile porvi
rimedio, rivolgersi a un elettricista competente e non tentare di eseguire le riparazioni elettriche di persona.
PROBLEMA
1. Il ventilatore non si accende:
2. Il ventilatore è rumoroso:
3. Il ventilatore oscilla:
CORREZIONE CONSIGLIATA
1. Controllare i fusibili della rete elettrica e della derivazione o gli interruttori di sicurezza (salvavita).
2. Controllare il cablaggio del blocchetto terminali eseguito ai passi 3 della procedura di installazione. ATTENZIONE: assicurarsi che l’alimentazione di rete sia stata scollegata.
3. Se il ventilatore comunque non si accende, rivolgersi a un elettricista competente. Non tentare di risolvere di persona un problema nel collegamento elettrico interno.
1. Assicurarsi che tutte le viti dell’alloggiamento motore siano serrate (ma non eccessivamente).
2. Verificare che le viti che bloccano il vano portapale al motore siano strette.
3. Alcuni motori sono sensibili ai segnali inviati da controlli di velocità variabile a stato solido. NON UTILIZZARE un controllo di velocità variabile a stato solido.
4. Consentire un periodo di "rodaggio" di 24 ore. La maggior parte dei rumori associata a un nuovo ventilatore scompare dopo tale periodo.
1. Controllare che tutti i portapale siano serrati saldamente sul motore.
2. Assicurarsi che la calotta e la staffa di montaggio siano serrate saldamente al trave a soffitto.
3. Se le pale continuano a oscillare, scambiare due pale adiacenti per ridistribuire il peso e portare eventualmente a un funzionamento più uniforme.
FUNZIONAMENTO E MANUTENZIONE
I
Funzionamento
Accendere il ventilatore e verificarne il funzionamento. La catenella regola la velocità del ventilatore, nel modo seguente: 1 tiro - alta; 2 tiri - media; 3 tiri - bassa; 4 tiri - spento. Le impostazioni
caldo/freddo dipendono da vari fattori, come la misura della stanza, l’altezza del soffitto, il numero di ventilatori presenti, ecc.
Manutenzione
1. Data la naturale azione dinamica del ventilatore, alcuni collegamenti potrebbero allentarsi nel tempo. Controllare il collegamento al sostegno, le staffe e gli attacchi delle pale almeno ogni sei mesi. Accertarsi che i
collegamenti siano saldi.
2. Pulire regolarmente il ventilatore per mantenerne l’aspetto estetico nel tempo. Non utilizzare acqua per la pulizia, al fine di non danneggiare il motore, il legno o provocare scosse elettriche.
3. Utilizzare una spazzola a setole morbide o un panno non lanoso per non graffiarne la superficie verniciata. Le pale sono state trattate con una vernice sigillante che riducono la minimo la decolorazione o l’appannatura.
4. Non è necessario oliare il ventilatore, poiché il motore è dotato di cuscinetti a sfere lubrificati in modo permanente.
24
GS-MULTI-IND-WH (Rev.1)
VERHELPEN VAN STORINGEN
Als u problemen hebt bij het bedienen van de nieuwe plafondventilator, kan dat het gevolg zijn van verkeerde montage, installatie
of bedrading. In sommige gevallen kunnen deze installatiefouten aangezien worden voor defecten. Als u problemen hebt,
controleer dan eerst onderstaande tabel voor het opsporen en oplossen van problemen. Als een probleem niet kan worden
opgelost, raadpleeg dan een erkende elektricien en probeer zelf geen elektrische reparaties uit te voeren.
STORING
1. Als de ventilator niet start:
2. Als de ventilator lawaai maakt:
3. Als de ventilator slingert:
AANBEVOLEN MAATREGEL
1. Controleer de zekeringen van de hoofd- en nevencircuits of de onderbrekers.
2. Controleer de verbindingen van de bedrading op het kroonsteentje zoals uitgevoerd volgens stap 3. OPGELET: Zorg dat de stroom suit staat.
3. Als de ventilator niet start, dient u een bevoegd elektricien te raadplegen. Probeer de interne elektrische aansluitingen niet zelf te repareren.
1. Controleer of alle schroeven in de motorbehuizing stevig vastzitten (doch niet té vast).
2. Controleer of alle schroeven waarmee de ventilatorbladhouder aan de motor is bevestigd, goed vastzitten.
3. Sommige ventilatormotoren zijn gevoelig voor signalen van elektronische variabele-snelheidsregelaars. GEBRUIK GEEN elektronische variabele-snelheidsregelaar.
4. Voorzie een "inloopperiode" van 24 uur. Het meeste lawaai dat door een nieuwe ventilator wordt voortgebracht zal na deze periode verdwijnen.
1. Controleer of alle bladhouders stevig aan de motor vastzitten.
2. Vergewis u dat de plafondkap en montagebeugel stevig aan de plafondbalk zijn vastgemaakt.
3. Als het blad nog steeds merkbaar slingert, kunt u twee naast elkaar liggende bladen verwisselen om het gewicht anders te spreiden, wat mogelijk tot een meer
evenwichtige werking zal leiden.
BEDIENING EN ONDERHOUD
NL
Bediening
Schakel de voeding in en controleer of de ventilator werkt. De trekketting regelt de snelheid van de ventilator als volgt: 1 maal trekken - hoog; 2 maal trekken - matig; 3 maal trekken - laag; 4 maal trekken - uit.
De snelheidsinstellingen voor warm of koud weer hangen af van factoren zoals de grootte van het vertrek, de hoogte van het plafond, het aantal ventilatoren en dergelijke.
Onderhoud
1. Door de aard van de beweging van de ventilator kunnen sommige verbindingen losraken. Controleer de steunverbindingen, beugels en bladbevestigingen tweemaal per jaar. Zorg ervoor dat ze vastzitten.
2. Reinig de ventilator geregeld zodat hij er in de loop der jaren nieuw blijft uitzien. Gebruik geen water bij het reinigen. Hierdoor kan de motor of het hout schade oplopen en kunt u een elektrische schok krijgen.
3. Gebruik alleen een zachte borstel of pluisvrije doek om te voorkomen dat de afwerking wordt gekrast. Het materiaal is met een laklaag verzegeld om verkleuring of dof worden te voorkomen.
4. De ventilator hoeft niet geolied te worden. De motor heeft permanent gesmeerde lagers.