Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften – Wilo-HiControl 1/FC
39
5.2 Afmetingen
Fig. 6: zijaanzicht – vooraanzicht
5.3 Productomschrijving
(Fig. 1, 2 en 5)
1 - zuigstukken met ingebouwde terugslagklep
2 - drukstukken
3 - controle-manometer (0 – 10 bar), installatie aan de rechter- en linkerkant
mogelijk
4 - schakelkast met printplaat inclusief droogloopbeveiliging door uitschakeling van
de motor, elektrische aansluiting van de pomp en netaansluiting
5 - hydraulisch reservoir met membraan
6 - compensatiereservoir met spie
7 - stelschroef voor de inschakeldruk van de pomp
8 - resetknop ('RESET')
9 - controlelampje voor de voedingsspanning
10- controlelampje voor het pompbedrijf
11- controlelampje voor het veiligheidssysteem
12- as van de manometer
5.4 Leveringsomvang
• besturingseenheid
• inbouw- en bedieningsvoorschriften
6 Beschrijving en werking
• De besturingseenheid beschermt de pomp tegen droogloop en regelt het in- en
uitschakelen van de pomp in overeenstemming met de doorstromings- en druk-
voorwaarden van de installatie.
• Het apparaat wordt aan het drukstuk van de pomp of aan de persleiding
geschroefd. Het apparaat heeft een inline-bouwtype, ofwel drukstukken en zuig-
stukken bevinden zich op één as.
• De gele led (pos. 9) brandt: de pomp is ingeschakeld en gebruiksklaar, de tappun
-
ten zijn gesloten en de werkdruk is maximaal. Het apparaat heeft een klein, met
water gevuld compensatiereservoir. Het volume in dit reservoir is variabel door een
met een spie gespannen membraan. Wanneer een ventiel in de installatie wordt
geopend, stroomt het water van het compensatiereservoir naar de persleiding en
laat de vlotter daardoor stijgen.
De groene led (pos. 10) brandt als de doorstroming in de pomp normaal is.
• De weergave- en besturingselementen op de afdekking zijn (Fig. 2):
- gele led = netspanning is aanwezig, gebruiksklaar (pos. 9)
- groene led = pomp in bedrijf (pos. 10)
- rode led = storing, en wel alle storingen die tot drukverlies in de installatie leiden
(watergebrek) (pos. 11)