Auto-acculader NL
32
Groen aan
Volledig geladen
Groen
knipperend - - - - - - Batterij laadt op
BATTERIJTEMPERATUUR BESCHERMING
Deze oplader beschikt over een beschermingsfunctie
voor de batterijtemperatuur. Als de lader detecteert
dat een batterij te heet of koud is (Het Licht wordt
rood en knippert), dan wordt automatisch het
beveiligingscircuit geactiveerd en wordt het opladen
uitgesteld totdat de batterij de correcte temperatuur
heeft bereikt. Het opladen begint dan automatisch
(Het Licht wordt groen en knippert) Dit verzekert een
maximale levensduur van de batterij.
DE SET BATTERIJEN IN DE OPLADER LATEN
ZITTEN
Als een volledig opgeladen set batterijen in de
oplader wordt gehouden, Het Licht blijft groen. De
batterij blijft opladen met een onderhoudsstroom.
DEFECT ACCUPACKS
Deze oplader spoort defect sets batterijen op. Als een
defect set batterijen in de oplader is ingevoerd zal
de oplader proberen deze te repareren. Dit proces
duurt ongeveer 30 minuten.(Het Licht wordt groen
en knippert) Zodra het repareren voltooid is, wordt
de set batterijen automatisch opgeladen tot de
hoogst mogelijke capaciteit (het Licht wordt groen
en knippert). Als het lampje continu rood brandt, dan
is de batterij leeg.
LET OP:
Gerepareerde sets batterijen zijn bruikbaar
maar werken hoogstwaarschijnlijk niet zoals nieuwe
sets batterijen.
BELANGRIJK VOOR HET OPLADEN:
1. Laad een nieuwe batterij, of een batterij die een
tijd niet gebruikt is, opnieuw op voor gebruik.
Laad een batterij, als u die lange tijd op wil
slaan, volledig op om zeker te zijn van een
maximale levensduur.
2. Een langere levensduur en betere prestaties
kunnen worden bereikt wanneer de
temperatuur tijdens het opladen zich tussen
18º en 24º C bevindt. Laad batterijen niet op in
temperaturen onder +4,5º C of boven 40,5º C.
Dit is belangrijk want het kan ernstige schade
aan de batterij voorkomen.
3. Bevries de oplader nooit en dompel de oplader
niet onder in water of een andere vloeistof.
4. Als de batterijen niet voldoende vermogen
produceren voor taken die eerder met gemak
gedaan werden, ga dan niet door met het
gebruik maar laad de batterijen op. U kunt een
gedeeltelijk gebruikte batterij opladen wanneer
u wil, dit heeft geen effect op de batterij.
5. Het is normaal dat de oplader en de batterijen
tijdens het opladen warm worden.
6. Als de batterij niet goed oplaadt:
a. Controleer de stroom in het stopcontact door
een ander apparaat in te pluggen.
b. Plug de oplader in en uit om te controleren of
hij goed is.
c. Controleer of de batterij beschadigd is.
d. Verplaats de oplader en de batterij naar
een plaats waar de omgevingstemperatuur
ongeveer 18º-24º C is.
e. Als het probleem met laden blijft bestaan,
breng het gereedschap, de accu en de oplader
naar een gekwalificeerde reparateur.
f. Het oplaadvermogen binnenin de oplader kan
onder omstandigheden, als de oplader in het
stopcontact is ingeplugd, worden verminderd
door externe materialen. Externe geleidende
materialen als metalen onderdelen mogen niet
in de buurt komen van de gaten in de oplader.
Haal de oplader altijd uit het stopcontact als
er geen batterij inzit of als u de oplader wil
schoonmaken.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
WAAROM KAN IK HET ACCUPACK NIET IN DE
OPLADER DUWEN?
a) Controleer of de accu en de oplader ontworpen
zijn om in combinatie met elkaar te werken.
b) De accu kan maar op één manier in de lader
geschoven worden. Draai de accu om totdat
deze in de sleuf geschoven kan worden. het
signaallampje zou bij opladen van de accu
groen moeten knipperen.
REDENEN VOOR VERSCHILLENDE
OPLAADTIJDEN
De laadtijd is van vele omstandigheden afhankelijk. Dit
is geen defect van het product.
a) Als de accu slechts gedeeltelijk leeg is, kan hij
opnieuw volledig worden opgeladen in kortere
tijd, dan de nominale laadtijd.
b) Als de accu en omgevingstemperatuur erg koud/
warm zijn, kan het langer duren om weer op
te laden. Zoek een geschikte omgeving met de
juiste temperatuur om te beginnen met opladen.
c) Als het accupack heel heet is, laadt de accu
niet op omdat de hittebeveiliging opladen
voorkomt wanneer de temperatuur te hoog is.
Wanneer het accupack erg heet is, moet deze
uit de oplader gehaald worden en afkoelen tot
kamertemperatuur voordat met het opladen kan
worden begonnen.