71
70
71
70
Snoerloze grasmaaier
NL
7. INDICaTOR VULNIVEaU GRaSzak
(zie L)
Om uw onmiddellijk te waarschuwen wanneer
de graszak vol is, beschikt de maaier over een
indicator op de bovenkant van de zak om de
vulstatus aan te geven. Dit ziet er als volgt uit:
Lege status: flap zwevend (a)
Volle status: flap omlaag (b)
8. aChTERaFVOER (zie m)
De grasmachine beschikt over een
achterafvoer zodat u het gras kunt maaien
zonder dat u een opvangbak nodig hebt. Het
afval wordt aan via de achterafvoer verwijderd.
9. maaITIPS
OPmERkING: inspecteer de oppervlakte
waar de maaier gebruikt moet worden
en verwijder alle stenen, stokken, draad,
botten en ander afval dat door het
draaiende mes weggeworpen zou kunnen
worden.
1) Maai evenwijdig aan hellingen, niet op en
neer. Wees zeer zorgvuldig als u op een
helling van richting verandert. Maai geen
steile hellingen. Zorg ervoor dat uw voeten
stevig staan.
2) Laat de schakelaar los om de maaier
“UIT” te schakelen als u over grind gaat
(steentjes kunnen door het mes worden
weggeworpen).
3) Zet de maaier op de hoogste snijhoogte als
u maait door ruwe grond of hoog onkruid.
Zou u te veel gras tegelijk verwijderen, dan
kan dat resulteren in het doorslaan van een
zekering, waardoor de maaier stopt.
4) Gebruikt u een graszak in het seizoen
waarin het gras snel groeit, dan kan het
gras zich ophopen in de uitwerpopening.
Laat de schakelaar los om de maaier “UIT”
te zetten en verwijder de veiligheidssleutel.
Verwijder de graszak en schud het gras
tot achterin de zak. Verwijder gras en
ander afval dat zich heeft opgehoopt bij de
uitwerpopening. Zet de graszak weer terug.
5) Mocht de maaier abnormaal trillen, laat dan
de schakelaar los om de maaier “UIT” te
zetten en verwijder de veiligheidssleutel.
Zoek naar de oorzaak. Trilling is een
waarschuwing voor een probleem. Gebruik
de maaier niet voordat er een controle is
uitgevoerd.
6) laat de schakelaar altijd los om de
maaier “uit” te schakelen en verwijder
de veiligheidssleutel als u de machine
onbeheerd achter laat, zelfs als het
maar even is.
10. TIPS VOOR maaIEN mET
GRaSbEmESTING
Voor grasbemesting is uw nieuwe grasmaaier
ontworpen om het afgesneden gras in kleine
stukjes te verdelen en over het grasveld te
verspreiden. Onder normale omstandigheden
zal het afgesneden gras snel vergaan en door
het gras worden opgenomen.
Lees onderstaande aanbevelingen om
optimale grasbemesting toe te passen.
1) Maai niet als het gras nat is door regen
of dauw. Nat gras vormt klompen die
de grasbemesting bemoeilijken en de
effectiviteit verminderen.
De beste tijd om het gras te maaien is laat
in de middag als het gras droog is en het
versgemaaide deel niet bloot komt te staan
aan direct zonlicht.
2) Voor de beste grasbemesting zet u de
maaihoogte zo dat ongeveer een derde
van de lengte van het gras afgemaaid
wordt, bij voorkeur niet meer dan 38mm
tegelijk. Is het gras erg hoog, dan kan het
nodig zijn de maaihoogte te verhogen
om minder hard te hoeven duwen en de
motor niet te overbelasten. Voor extreme
zware grasbemesting is het aan te bevelen
eerst bij een hoge instelling te maaien en
daarna op nieuw te maaien bij de gewenste
hoogte. Anders maakt u smallere sneden
en maait u langzaam.
3) Voor de beste prestaties houdt u de
behuizing van de maaier vrij van
opgehoopt gras. Zet de maaier af en toe
uit en laat het mes volledig tot stilstand
komen. Trek daarna de veiligheidssleutel
eruit en keer de maaier op zijn kant. U kunt
nu met een stok al het opgehoopte gras
weghalen. pas op voor de scherpe kanten