66
Controleer voordat u met zagen begint of het oppervlak vrij is van
spijkers, schroeven enz.
Gebruik geen verbogen of gebroken zaagbladen.
Gebruik geen zaagbladen van hoogwaardig staal (HSS).
Gebruik geen zaagbladen die niet overeenkomen met de vereisten in
deze instructies.
Breng het zaagblad niet tot stilstand door het uitoefenen van zijwaartse
druk.
Controleer of beweegbare beschermkappen ongehinderd kunnen
bewegen.
Na langdurig gebruik kunnen metalen onderdelen en accessoires heet
worden.
Zet de beweegbare beschermkap niet vast in de open stand.
Controleer of elk intrekmechanisme van het beschermsysteem correct
werkt.
Bij cirkelzagen: gebruik geen zaagbladen die dikker zijn, of waarvan de
set dunner is dan de dikte van het spouwmes.
Controleer of het spouwmes zo is afgesteld dat:
- De afstand tussen het spouwmes en de kartelvormige rand van het
zaagblad niet meer dan 5mm bedraagt,
- De kartelvormige rand niet meer dan 5mm onder de onderste rand
van het spouwmes zit.
Het spouwmes dient altijd gebruikt te worden. De enige uitzondering
is wanneer u in het midden van het werkobject begint te zagen.
Bij het gebruik van cirkelzagen voor houtbewerking in gesloten ruimtes
(bijvoorbeeld binnenshuis) raden wij u aan om stofafzuiging aan te
sluiten zodat het stof afgevoerd wordt.
Advarsler for opladeren:
1. Før du bruger dette værktøj, læs instruktionsbogen omhyggeligt.
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
2. Opladeren er kun til indendørs brug. Udsæt den ikke for regn
eller vand.
3. Oplad ikke ikke-opladelige batterier.
4. Hvis elledningen beskadiges, skal den udskiftes af producenten,
dennes servicerepræsentant eller anden kvalificeret fagmand for
at undgå, at der opstår farlige situationer.
Houd handen uit de buurt van het zaaggedeelte van
het blad.
Houd uw vrije hand op het hulphandvat of op de
motorbehuizing. Wanneer beide handen de zaag vasthouden, kunt
u zich niet in de handen zagen.
Reik niet onder het werkobject.
De beschermkap kan u onder het
werkobject niet tegen het zaagblad beschermen.
Stel de zaagdiepte in op de dikte van het werkobject.
Er moet
minder dan één tand zichtbaar zijn onder het werkobject.
Houd het werkobject nooit met de handen vast of over uw been.
Zet het werkobject vast op een stabiel platform. Het is belangrijk
om het object voldoende te ondersteunen, zodat uw lichaam niet
geraakt kan worden, het zaagblad niet vast kan lopen en u de
controle over de machine niet verliest.
Houd het gereedschap vast bij de geïsoleerde handgrepen
wanneer de zaag in contact zou kunnen komen met verborgen
leidingen of de eigen stroomdraad.
Contact met een draad die
onder stroom staat, zorgt ervoor dat de metalen delen van het
gereedschap ook onder stroom komen te staan, waardoor u een
elektrische schok kunt krijgen.
Gebruik bij het schulpen altijd een langsgeleider of een
richtliniaal.
Dit zorgt voor een nauwkeurige snede en u verminder
de kans op een vastgelopen zaagblad.
Gebruik altijd zaagbladen met opspandoorngaten van de juiste
a
b
c
d
e
f
g