30
Bestanddelen van de machine
Alvorens de machine in gebruik te nemen, moet de
gebruiker zich vertrouwd maken met alle bedrijfs-
functies en veiligheidsvoorschriften.
1
Valbeveiliging
2
Veiligheidsophanging
3
Borgmoer
4
Kabelvergrendeling
5
Drukklem
6
Kabelklem
7
Aanslagrubber
8
Veergrendel
Specificaties van de machine
Art.
0715 938 12
Art.
0715 938 23
Art.
0715 938 36
Serietype F2, F3, F6
Standaard
Draagver-
mogen
(kg)
Kabeluit-
treklengte
(m)
Nettoge-
wicht (g)
F2
0,5-2,0
2,5
750
F3
1,5-3,0
2,5
800
F6
3,0-5,5
2,5
900
Typeplaatje
De typeplaat is op de behuizing aangebracht.
Hier staan de gegevens van het serietype en het
toelaatbare draagvermogen.
De typeplaat bevat ook het CE-merk.
Inleiding
Deze gebruiksaanwijzing is voor de apparaten van
de volgende serietypes gemaakt: F2, F3 en F6
De basisconstructie is identiek, maar elk serietype is
voor een bepaald draagvermogen vervaardigd.
Deze gebruiksaanwijzing bevat de gegevens voor
de installatie van de apparaten door desbetreffend
geschoold personeel, evenals de bedieningsaanwij-
zingen voor hiertoe geïnstrueerd personeel.
Reglementair gebruik
Goedgekeurd gebruik
Het apparaat is uitsluitend vervaardigd voor
het in gereedheid houden van handgevoerde
gereedschappen zoals boormachines, pneuma-
tische schroevendraaiers, etc.
Een ander dan het goedgekeurd gebruik is niet
toegestaan! Voor hieruit voortvloeiende schade
is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk.
Het risico ligt uitsluitend bij de gebruiker.
Voordat het apparaat buiten het hierboven
beschreven toepassingsgebied wordt gebruikt, is
de schriftelijke toestemming van de
Adolf Würth GmbH & Co. KG nodig, daar
anders de garantie vervalt.
De oprolinrichtingen mogen alleen door
hiervoor opgeleid personeel worden bediend,
geïnstalleerd, onderhouden en gerepareerd.
Niet goedgekeurd gebruik
Het apparaat mag niet als kraan worden
gebruikt.
Ingebruikneming
Installatie (afb. II)
Waarschuwing
De inbedrijfstelling van het apparaat,
mag alleen door hiertoe bevoegd
en geschoold personeel worden
uitgevoerd.
Uitvoeringen met kunststof behuizingen mogen niet
in de directe omgeving van heteluchtventilatie wor-
den geplaatst. De installatie waaraan het apparaat
en de valbeveiliging (
1
) worden aangebracht, moet
ten minste een veiligheidsfactor van 5 hebben (5
x [nettogewicht van de oprolinri maximaal
toelaatbaar draagvermogen]).
Bevestig het apparaat met behulp van de veilig-
heidsophanging (
2
).
Waarborg, dat het apparaat niet uit de veilig-
heidsophanging (
2
) kan glijden
⇒
Draai de
borgmoer (
3
) vast.
Bevestig de valbeveiliging (
1
) aan de ophang-
voorziening:
• Hierbij mag de bewegingsvrijheid van het
apparaat niet worden beperkt.
• De valhoogte bij het neerstorten van het ap-
paraat mag 100 mm niet overschrijden!
Summary of Contents for 0715 938 12
Page 3: ...I 363 45 166 5 46 26 5 4 5 78 117 133...
Page 4: ...II III IV 1 2 3 4 5 7 6 min 100 mm 8...
Page 49: ...49 GR 10 1 1 1 Adolf W rth GmbH Co KG W rth...
Page 51: ...51 III F2 F3 F6 2 5m 6 7 IV Plus 8 4 mm 8 X F2 6 4 F3 5 2 F6 3 4 X Minus...
Page 81: ...81 BG 10 1 1 1 Adolf W rth GmbH Co KG W rth...
Page 83: ...83 III F2 F3 F6 2 5m 6 7 IV 8 4 mm 8 X F2 6 4 F3 5 2 F6 3 4 X...
Page 97: ...97 RU 10 1 1 1 Adolf W rth GmbH Co KG W rth...
Page 99: ...99 III F2 F3 F6 2 5m 6 7 IV 8 4 8 X F2 6 4 F3 5 2 F6 3 4 X...
Page 101: ......
Page 102: ......
Page 103: ......