35
Goedgekeurd gebruik
Het apparaat is bedoeld voor het starten van voer-
tuigen met 12- of 24-V-boordspanning, wanneer de
in het voertuig geïnstalleerde accu's over te weinig
startvermogen beschikken. Het dient bovendien om
bij defecte 12- en 24-V-voertuigaccu's de motor te
kunnen starten!
Elk ander gebruik wordt beschouwd als oneigenlijk
gebruik.
Voor schade als gevolg van oneigenlijk
gebruik is de gebruiker aansprakelijk.
Bediening (afb. I)
Aansluiting en inbedrijfstelling
Aanwijzing
Apparaat vóór het eerste gebruik 24
uren laden!
Voorzichtig
De polariteitsbeveiliging is alleen bij
een accuspanning > 4 V actief.
■
Zorg ervoor dat het apparaat uitgeschakeld is.
■
De kabels met de rode pooltang als eerst aan
de pluspool vastklemmen.
■
De kabel met de zwarte pooltang aan de min-
pool vastklemmen.
■
Bij het aansluiten op goed contact en goede
bevestiging van de pooltangen letten.
■
Apparaat inschakelen.
Led weergave
Indicatie
Status
Indicator verkeerde
polariteit
[11]
brandt rood
Poolklemmen losklemmen,
startprocedure annuleren
Indicator verkeerde
polariteit
[11]
brandt niet
Startkabel niet aangesloten
Spanning van de voertuigaccu
< 4 V of voertuigaccu ontbreekt.
Indicator verkeerde
polariteit
[11]
brandt groen
Startprocedure,
ON-toets
[1]
bedienen
Laadtoestand
Leds
[2]
en
[10]
branden groen
Startprocedure
Laadtoestand
Leds
[2]
en
[10]
branden oranje
Startprocedure met vermin-
derd startvermogen
Laadtoestand
Leds
[2]
en
[10]
branden rood
Accuspanning te laag
Automatische starthulp
deze functie moet bij startprocedures met inge-
bouwde voertuigaccu's worden gebruikt. Zodoende
kan het extreem hoge startvermogen van het
starthulpapparaat zo optimaal mogelijk worden
gebruikt.
■
Led
[8]
controleren, led brandt niet, automati-
sche start niet mogelijk.
■
Toets AUT
[9]
bedienen.
3
Led
[8]
brandt groen, apparaat gebruiksge-
reed.
3
Voertuigmotor kan gestart worden, de bijschake-
ling van de startspanning geschiedt automatisch.
3
Wanneer de startspanning aan de klemmen
aanwezig is, brandt de led
[4]
of
[7]
rood!
Aanwijzing
Indien er twijfel bestaat over de
automatische spanningsselectie, moet
de voertuigspanning gecontroleerd
worden. Dit kan te allen tijde door
indrukken van toetsen 12 V
[5]
of
24 V
[6]
worden gedaan.
3
Na 6 seconden stopt de automatiek de
startprocedure.