76
Werkstukleiding aansluiten
▸
De werkstukleiding op de vrije aansluitbus min
[2]
of Plus
[5]
aansluiten en de kabel door rechtsom
draaien borgen.
Massaklem bevestigen
(afb. II)
▸
De massaklem in de directe nabijheid van de
laslocatie bevestigen, zodat de lasstroom niet
zelf een terugweg zoekt via machineonderdelen,
kogellagers of elektrische schakelingen.
▸
De massaklem stevig op de lastafel of het werk-
stuk aansluiten.
Let op !
De massaklem nooit op de lasinrichting, resp.
gasfles leggen, omdat anders de lasstroom via de
aardleider wordt geleid en deze dan vernield
(zie
afb. IV).
.
Stroomtoevoer aansluiten
GEVAAR!
Gevaar door elektrische spanning.
Â
Bij werkzaamheden aan onderdelen
die onder spanning staan, bestaat
levensgevaar door een elektrische
schok.
¾
De netspanning en tolerantie, evenals
de afzekering moeten voldoen aan de
technische gegevens.
Het apparaat is geschikt voor gebruik via het stroom-
net en met een stroomgenerator.
▸
De netstekker in de hiervoor bedoelde contact-
doos steken.
TIG-lasprocedé
Brander aansluiten
▸
De brander aansluiten op de bus
[2]
en door
rechtsom draaien borgen.
▸
De gasaansluiting van de brander verbinden met
de gasaansluiting
[4]
.
▸
De aansluitstekker van de brander-/stuurleiding in
de aansluitbus van de branderknop
[3]
steken.
Let op !
Op de aansluitbus voor de branderknop
[3]
mag
alleen de stuurleiding van een brander worden
aangesloten.
Elektrode plaatsen (afb. IV)
Brander
▸
Spankap
[14]
losschroeven.
▸
Elektrode
[13]
uit de spanbus
[15]
trekken.
▸
Elektrode
[13]
aanslijpen.
▸
Elektrode
[13]
in de spanbus
[15]
schuiven.
▸
Elektrode
[13]
in de brander plaatsen en de
spankap
[14]
vastschroeven.
Opmerking
De spanbusbehuizing
[12]
en de gas-
sproeier
[11]
demonteren.
Bij het uitrusten van de brander met een andere
elektrodediameter, moet rekening worden gehouden
met het volgende:
▸
Spanbus
[15]
, spanbusbehuizing
[12]
en elek-
trode
[13]
moeten dezelfde diameter hebben.
▸
De gassproeier
[11]
moet worden afgestemd op
de elektrodediameter.
Werkstukleiding aansluiten
▸
De werkstukleiding op de aansluitbus voor de
werkstukleiding
[5]
aansluiten en de leiding door
rechtsom draaien borgen.
Massaklem bevestigen
▸
Zie "Elektrodelasprocedé".
Stroomtoevoer aansluiten
▸
Zie "Elektrodelasprocedé".
Beschermgasfles aansluiten (afb. V)
▸
De beschermgasfles
[16]
(bijv. met een veilig
-
heidsketting
[22]
) vastzetten.
▸
Het gasflesventiel
[17]
meerdere keren kort
openen voor het uitblazen van eventuele vuildeel-
tjes.
▸
De drukregelaar
[20]
aansluiten op de bescherm-
gasfles
[16]
.
▸
De beschermgasslang
[21]
op de drukrege-
laar
[20]
vastschroeven en de beschermgas-
fles
[16]
openen.
▸
De "Gastest" starten en de gashoeveelheid
instellen met de instelschroef
[23]
van de drukre-
gelaar.
▸
De gashoeveelheid wordt weergegeven op de
doorstroommeter
[19]
.