72
Opbouw van de veiligheidsaanwij-
zingen
GEVAAR !
Aard en bron van het gevaar!
Â
Gevolgen bij het negeren hiervan
¾
Gevaarpreventiemaatregelen
Veiligheid op de werkplek
▸
Gebruik het apparaat niet in explosiegevaarlijke
omgevingen.
Â
Elektrische apparaten veroorzaken vonken, die
stof of dampen kunnen doen ontvlammen.
▸
Houd het apparaat uit de buurt van kinderen en
laat het nooit onbeheerd achter.
▸
Voor het lassen oplosmiddelen, ontvetters en an-
dere brandbare materialen verwijderen. Niet-be-
weegbare brandbare materialen afdekken.
Las alleen als de omgevingslucht geen hoge
concentraties van stof, zuurdampen, gassen of
ontvlambare substanties bevat. U dient in het
bijzonder voorzichtig te zijn bij reparaties aan
buissystemen en reservoirs die brandbare vloei-
stoffen of gassen bevatten of bevat hebben.
▸
Het apparaat mag alleen worden aangesloten
op een correct geaard stroomnet. (Driefasen-vier-
draadssysteem met geaarde nuldraad of eenfa-
se-driedraadssysteem met geaarde nuldraad).
▸
Stekkerdoos en verlengkabel moeten een functio-
nele beschermende aarding bezitten.
Elektrische veiligheid
▸
Het apparaat mag niet in een natte of vochtige
omgeving gebruikt worden. Het apparaat niet
aan regen blootstellen.
Â
Indien er water in het elektrische apparaat dringt,
is het risico op een elektrische schok verhoogd.
Zelfbescherming en bescherming van
andere personen
▸
Personen onder de 18 jaar mogen niet met het
apparaat werken. Uitzondering hierop zijn onder
toezicht werkende jongeren boven de 16 jaar,
die in opleiding zijn.
▸
Wees alert en ga verstandig te werk.
▸
Gebruik het apparaat niet wanneer u moe of
onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen
bent.
Â
Eén moment van onoplettendheid kan tot ernstige
verwondingen leiden.
▸
Draag altijd geschikte beschermende kleding, ge-
schikte leren handschoenen en een leren schort.
Draag stevige schoenen en een lasscherm.
Â
Het dragen van persoonlijke beschermingsuitrus-
ting vermindert het risico op letsel.
▸
Las nooit zonder lasschild. Verwittig personen in
uw omgeving voor de vlamboogstraal.
▸
Gebruik een geschikte afzuiginrichting voor
gassen en snijdampen. Gebruik een ademha-
lingstoestel wanneer het gevaar bestaat dat u
las- of snijdampen inademt.
▸
Raak de kabel niet aan wanneer deze bij de
werkzaamheden beschadigd of doormidden is,
maar trek onmiddellijk de stekker uit het contact.
▸
Gebruik het apparaat nooit met beschadigde
kabel.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
▸
Vóór het in gebruik nemen en na transport altijd
een visuele controle van het apparaat op be-
schadigingen uitvoeren. Laat eventuele beschadi-
gingen vóór het in gebruik nemen door opgeleid
servicepersoneel repareren.
▸
Plaats een brandblusapparaat binnen handbe-
reik.
▸
Voer na het beëindigen van de laswerkzaam-
heden een brandveiligheidscontrole uit (zie
BGV).
▸
Probeer nooit de drukregelaar te demonteren.
Vervang defecte drukregelaars.
▸
Let op een goed en direct contact van de werk-
stukleiding in de onmiddellijke omgeving van de
lasplaats.
▸
Breng de lasstroom nooit over kettingen, kogel-
lagers, staalkabels, beschermende aardingen,
enz., omdat deze daarbij kunnen doorsmelten.
▸
Zorg voor voldoende veiligheid voor u en het ap-
paraat bij werken op hoge of hellende plaatsen.
▸
Ontdooi geen bevroren buizen of leidingen met
een lasapparaat.
▸
In gesloten reservoirs, in krappe ruimten en bij
verhoogd elektrisch gevaar, mogen alleen appa-
raten met
S
-teken worden gebruikt.
▸
Schakel het apparaat tijdens pauzes uit en sluit
het flesventiel.
Veiligheidsaanwijzingen