77
Opmerking
Niet de spanbusbehuizing
[16]
en de
gassproeier
[15]
demonteren.
Bij het uitrusten van de brander met een andere
elektrodediameter, moet rekening worden gehouden
met het volgende:
▸
Spanbus
[17]
, spanbusbehuizing
[16]
en elek-
trode
[18]
moeten dezelfde diameter hebben.
▸
De gassproeier
[15]
moet worden afgestemd op
de elektrodediameter.
Werkstukleiding aansluiten
▸
De werkstukleiding op de aansluitbus voor de
pluspool
[4]
aansluiten en de leiding door
rechtsom draaien borgen.
Massaklem bevestigen
▸
Zie "Elektrodelasprocedé".
Stroomtoevoer aansluiten
▸
Zie "Elektrodelasprocedé".
Beschermgasfles aansluiten (afb. V)
▸
De beschermgasfles
[21]
(bijv. met een veilig-
heidsketting) borgen.
▸
Het gasflesventiel
[22]
meerdere keren kort openen
voor het uitblazen van eventuele vuildeeltjes.
▸
De drukregelaar
[25]
aansluiten op de bescherm-
gasfles
[21]
.
▸
De beschermgasslang
[27]
op de drukrege-
laar
[25]
vastschroeven en de beschermgas-
fles
[21]
openen.
▸
De "Gastest" starten en de gashoeveelheid instellen
met de instelschroef
[26]
van de drukregelaar.
▸
De gashoeveelheid wordt weergegeven op de
doorstroommeter
[24]
.
Instellen van de beschermgashoe-
veelheid (afb. VI)
▸
Open het ventiel
[20]
aan de TIG-ventielbrander.
Beschermgas stroomt uit
▸
Stel de beschermgashoeveelheid met de instel-
schroef
[26]
van de drukregelaar
in (zie tabel
richtwaarden voor stroomsterkten en gashoeveel-
heid).
Opmerking
De doorstroommeter
[24]
geeft de
gashoeveelheid aan, de inhoudsmano-
meter
[23]
de flesinhoud.
Vlamboog ontsteken ("Lift Arc")
▸
Raak het werkstuk op de te lassen plaats kort
aan met de elektrodepunt en til de elektrodepunt
iets op: De vlamboog brandt tussen werkstuk en
elektrode.
Geoxideerde wolframelektroden (thoriumoxide, bijv.
elektrode WT 20 of ceroxide WC 20), hebben een
hoge ontsteekbaarheid en een hogere stroombelas-
tingswaarde als elektroden van puur wolfram. Bij
gelijkstroomlassen, worden doorgaans elektroden
van geoxideerde wolfram gebruikt.
Let op !
Bij te lage stroomsterkten kan geen vlamboog
worden ontstoken, bij te hoge stroomsterkten smelt
de wolframelektrode weg.
Richtwaarden voor stroomsterkten
en gashoeveelheid
Wolf-
ramelektro-
den Ø [mm]
Stroomsterkte
AC [A]
Gashoeveel-
heid [l/min]
1,0
15 – 80
4
1,6
70 – 150
5 – 6
2,4
150 – 250
6 – 7
3,2
140 – 320
6 – 8
Hulpparameters oproepen
▸
Kies met de toets
[14]
de gewenste bedrijfssoort
uit.
3
De LED
[11]
,
[12]
of
[13]
brandt.
▸
Druk de toets
[14]
voor 2 seconden.
3
Op het 7-segment-display
[7]
wordt afwisselend
de parametercode en de bijbehorende instelwaar-
de weergegeven.
▸
Kies de gewenste hulpparameter uit door draaien
van de draaiknop
[10]
.
3
Op het 7-segment-display
[7]
knippert de instel-
waarde.
▸
Stel de gewenste waarde in door draaien van de
bedieningsknop
[10]
.
▸
Bevestig de instelwaarde door drukken van de
bedieningsknop
[10]
.
▸
Kies de volgende hulpparameter
[10]
uit door
draaien van de draaiknop of verlaat de hulppara-
meters door drukken van de toets
[14]
.