DEU
ENG
NDL
FRA
ITA
ESP
75
4.5.2 Configuratie met kamerbedieningstoestel Funk Display (verv.)
Nr.
Parameter
Beschrijving
Eenheid
031 Paswoord bedieningsblokkering
PIN vastleggen, wanneer par. 30 op geactiveerd geplaatst 0000..9999
040 Externe sensor aan het RBG
aangesloten
Aanmelden van een bijk. sensor voor het opstelen van
de vloertemperatuur (FBH), de kamertemperatuur of het
dauwpunt
Geen sensor=0
Dauwpuntsen.=1
Temp FBH=2
Temp kamer=3
060 Correctie reële waardemeting
Opstellen van de reële temperatuur met een correctiefactor
voorzien
-2,0...+2,0 K
in 0,1-stappen
110 Werkrichting schakeluitgang
Omschakeling NC en NO aandrijvingen (enkel globaal)
NC=0 / NO=1
115 Gebruik verlaging ingang
Omschakeling tussen gebruik van ECO-ingang voor verla-
ging of de vakantiefunctie van het KBT.
Via het kamerbedieningstoestel kan de vakantiefunctie niet
meer geactiveerd worden, wanneer deze parameter op 1
geplaatst werd.
ECO=0
Vakantie=1
120 Eenheid temperatuuraanduiding
Omstelling van de aanduiding tussen graden Celsius en
graden Fahrenheit
°C=0
°F=1
Configuratie pomp
130 Pompenuitgang
Sturing van een lokale (op verdeler) of globale (verwar-
mingsinstallatie) circulatiepomp gebruiken.
lokaal=0
globaal=1
131 Pompensoort
Selectie van de gebruikte pomp:
Conventionele Pomp (KP)/ Hoogefficiënte-Pomp (HP)
K=0
HP=1
132 Voorlooptijd van de pomp
Tijdsduur die verloopt vanaf het tijdstip van een aanvraag
van één van de schakeluitgangen tot het inschakelen van
de pomp.
[min]
133 Nalooptijd van de pomp
Tijdsduur die verloopt vanaf het tijdstip van het uitschakelen
van de schakeluitgangen tot het uitschakelen van de pomp.
[min]
134 Werkrichting schakeluitgang
Bij gebruik van het pompenrelais als stuuruitgang kan de
werkrichting omgekeerd worden
normaal=0
omgekeerd=1
135 Minimum looptijd
De minimum looptijd geeft aan hoe lang de HP dient te
lopen tot zij weer uitgeschakeld mag worden
[min]
136 Minimum stilstandtijd
Hoogefficiënte pomp: De pomp mag enkel afgeschakeld
worden wanneer een minimum stilstandtijd gewaarborgd
kan worden.
[min]
Configuratie Change Over functionaliteit / ketelrelais
140 Functie relais ketel / CO-uitgang
Selectie of de schakeluitgang voor de aansturing van een
pompenrelais of als CO-pilot moet dienen
Boiler=0
CO-pilot=1
141 Voorlooptijd
Voorlooptijd ketelrelais bij conv. pomp
[min]
142 Nalooptijd
Nalooptijd ketelrelais bij conv. pomp
[min]
143 Werkrichting schakeluitgang
Bij gebruik als stuuruitgang kan de relaisfunctie omgekeerd
worden.
normaal=0
omgekeerd=1
160 Vorstbeschermingsfunctie
Aansturing van de schakeluitgangen bij T
ist
<x°C
Gedesactiveerd=0
Geactiveerd=1