39
Inschakelen
■
Stel het apparaat horizontaal op.
■
Druk op de Aan/Uit-knop
[13]
om het appa-
raat in te schakelen.
3
De indicator voor modus
[1]
brandt permanent
groen wanneer het nivelleringsproces beëindigd
is.
3
De horizontale lijn is zichtbaar.
3
Als het nivelleringsproces niet mogelijk is, knip-
pert de indicator voor ALARM
[12]
.
■
Lijn in dit geval het apparaat horizontaal uit.
Knop voor handbediende, automati-
sche of ADS-modus [3]
■
1x: ADS-modus uit:
3
Het apparaat nivelleert automatisch na.
■
2x: handmatige modus.
3
Geen nivellering.
■
Hellingshoek mogelijk met de toetsen
[2]
en
[11]
op de X-as. De indicator voor ALARM
[12]
brandt rood.
■
3x: automatisch modus.
3
Automatisch nivelleren en activeren van ADS.
Horizontale modus/verticale modus
De horizontale lijnen en de verticale lijnen zijn naar
wens te combineren.
(afb. II)
Gebruik met handmatige ontvanger
■
Druk op de knop
voor de handontvanger-modus
[10]
.
3
De indicator
[4]
knippert groen. De straal kan
nu met een handontvanger op een afstand van
90 m bepaald worden.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar wan-
neer of de horizontale of de verticale
lijnen zijn uitgeschakeld.
Nauwkeurigheidscontrole
(afb. III-VI)
Voer de nauwkeurigheidscontrole vóór het eerste
gebruik van het apparaat en daarna regelmatig uit.
Geef bij afwijkingen het apparaat af aan de Würth
Master-Service.
Horizontale nauwkeurigheid (afb. III)
■
Stel het apparaat op tussen twee wanden, onge-
veer 0,3 m van de ene en 10 m van de andere
wand verwijderd.
■
Schakel de 360°-horizontale lijn en alle verti-
cale lijnen in.
■
Markeer het punt
a
1
op de ongeveer 0,3 m
verwijderde wand (snijpunt van de horizontale
lijnen met een verticale).
■
Markeer het punt
b
1
op de 10 m verwijderde
wand.
■
Draai het apparaat 90°.
■
Stel de horizontale straal zo in, dat deze op de
hoogte gelijk met punt
a
1
is.
■
Meet nu het verschil van de horizontale straal
met punt
b
1
.
Opmerking
Het verschil mag niet groter dan de
gespecificeerde nauwkeurigheid zijn.
■
Draai het apparaat nog twee keer 90°.
Verticale nauwkeurigheid (afb. IV)
■
Stel het apparaat ca. 5 m van een wand verwij-
derd op.
■
Hang een lood aan een minstens 2 m lange
loodlijn aan de wand.
■
Schakel een verticale lijn in.
■
Lijn de verticale lijn uit met de loodlijn.
■
Meet het verschil
D4
. De afstand mag niet
groter zijn dan de helft van de gespecificeerde
nauwkeurigheid.
■
Herhaal de procedure met de tweede verticale
lijn.
Summary of Contents for MLLG18
Page 3: ...ALARM MODE V2 V1 H 3 sec 6 5 9 2 3 7 8 13 12 11 4 1 10 MODE V1 V1 V ALARM V I V2 V2 V 3...
Page 4: ...4 II...
Page 5: ...5 B C A 3 m 4 m 1 a 10 m B A 0 3 m 1 b 4 2 m D4 III IV V...
Page 62: ...62 90 W rth I 1 2 3 ADS 4 5 6 7 8 LED 9 10 11 12 ALARM 13 W rth...
Page 102: ...102 W rth I 1 2 3 ADS 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 W rth...
Page 122: ...122 90 W rth I 1 2 3 ADS 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 W rth...
Page 123: ...123 5709 300 110 520 2 M 4 3 50 80 5 8 11 C 7 32 4 1 0 10 1 5 10 15 4 8 W rth 5709 300 103 3 I...