Aanwijzing
Na een wachttijd van ca. 10 secon-
den kan de startprocedure tot 5 maal
worden herhaald. Daarna moet het
voertuig gecontroleerd worden en de
accu in het apparaat opgeladen.
Voertuigmotor draait
■
Na ongeveer 2 minuten het apparaat uitsch-
akelen.
■
Pooltangen losklemmen.
Handmatig bijschakelen van de 12 V of
24 V spanningen
■
Led
[8]
controleren.
■
Toets MAN
[3]
bedienen.
Waarschuwing
Spanning op de pooltangen!
Starthulp
■
Voertuigmotor starten.
Voorzichtig
Apparaat na het starten niet on-
mid-dellijk losklemmen of uitscha-
kelen, omdat de voertuigelektronica
en/of de dynamo daardoor bescha-
digd kunnen worden!
■
Apparaat na ongeveer 2 minuten uitschakelen.
■
Pooltangen losklemmen.
36
Voorzichtig
Wanneer de motor na 6 seconden niet
start, moet de startprocedure onmid-
dellijk worden gestopt, omdat anders
schade aan het starthulpapparaat kan
ontstaan.
Aanwijzing
Na een wachttijd van ca. 10 secon-
den kan de startprocedure tot 5 maal
worden herhaald. Daarna moet het
voertuig gecontroleerd worden en de
accu in het apparaat opgeladen.
Aanwijzing
Na ca. 45 minuten schakelt de
elektronica de spanning uit, om
een onopzettelijke ontlading van de
ap-paraataccu‘s te voorkomen.
Starthulp zonder voertuigaccu
Voorzichtig
geen beveiliging voor polariteits-
verwisseling bij deze toepassing
(tegenspan-ning ontbreekt)!
■
Aansluiting van de pooltangen direct op de
poolklemmen van het voertuig.
■
Inschakelen (ON-toets indrukken
[1]
).
■
Spanning selecteren (12V
[5]
of 24V
[6]
).
■
Toets MAN
[3]
bedienen (klikken is duidelijk
hoorbaar; relais zij geactiveerd; nu is stroom
op de klemmen van het starthulpapparaat
aanwezig).
■
Motor starten (s.v.p. de waarschuwingen met
betrekking tot de maximale startpogingstijd
in acht nemen – zie gebruiksaanwijzing).
■
Na het succesvolle starten van de motor het
starthulpapparaat uitschakelen (OFF-toets
indrukken
[12]
).
■
Klemmen in omgekeerde volgorde losma-
ken (eerst de zwarte klem (-) daarna de
rode klem (+)).
■
Starthulpapparaat aan het meegeleverde
oplaadapparaat aansluiten en opladen.
Voorzichtig
Apparaat niet losklemmen of uit-
scha-kelen! De voertuigelektronica
en/of de dynamo kunnen daardoor
beschadigd worden!
Motor draait
■
Toestel uitschakelen
■
Pooltangen losklemmen.
Apparaat laden
■
Apparaat vóór het eerste gebruik 24 uren
laden.
■
Apparaat moet na elke startprocedure aan
het meegeleverde laadapparaat worden
aangesloten.
3
De voortdurende beschikbaarheid van het ap-
paraat is gewaarborgd.
Aanwijzing
Het apparaat kan ten alle tijden
permanent aan het meegeleverde
ap-paraat worden aangesloten.
36
Aanwijzing
Na een wachttijd van ca. 10 seconden
kan de startprocedure tot 5 maal
worden herhaald. Daarna moet het
voertuig gecontroleerd worden en de
accu in het apparaat opgeladen.
Voertuigmotor draait
■
Na ongeveer 2 minuten het apparaat uitscha-
kelen.
■
Pooltangen losklemmen.
Handmatig bijschakelen van de 12 V
of 24 V spanningen
■
Led
[8]
controleren.
■
Toets MAN
[3]
bedienen.
Waarschuwing
Spanning op de pooltangen!
Starthulp
■
Voertuigmotor starten.
Voorzichtig
Apparaat na het starten niet onmid-
dellijk losklemmen of uitschakelen,
omdat de voertuigelektronica en/of de
dynamo daardoor beschadigd kunnen
worden!
■
Apparaat na ongeveer 2 minuten uitschakelen.
■
Pooltangen losklemmen.
Voorzichtig
Wanneer de motor na 6 seconden niet
start, moet de startprocedure onmid-
dellijk worden gestopt, omdat anders
schade aan het starthulpapparaat kan
ontstaan.
Aanwijzing
Na een wachttijd van ca. 10 seconden
kan de startprocedure tot 5 maal
worden herhaald. Daarna moet het
voertuig gecontroleerd worden en de
accu in het apparaat opgeladen.
Aanwijzing
Na ca. 45 minuten schakelt de
elektronica de spanning uit, om een
onopzettelijke ontlading van de ap-
paraataccu's te voorkomen.
Starthulp zonder voertuigaccu
Voorzichtig
geen beveiliging voor polariteitsverwis-
seling bij deze toepassing (tegenspan-
ning ontbreekt)!
■
Aansluiting van de pooltangen direct op de
poolklemmen van het voertuig.
■
Inschakelen (ON-toets indrukken
[1]
).
■
Spanning selecteren (12V
[5]
of 24V
[6]
).
■
Toets MAN
[3]
bedienen (klikken is duidelijk
hoorbaar; relais zij geactiveerd; nu is stroom
op de klemmen van het starthulpapparaat
aanwezig).
■
Motor starten (s.v.p. de waarschuwingen met
betrekking tot de maximale startpogingstijd in
acht nemen – zie gebruiksaanwijzing).
■
Na het succesvolle starten van de motor het
starthulpapparaat uitschakelen (OFF-toets
indrukken
[12]
).
■
Klemmen in omgekeerde volgorde losmaken
(eerst de zwarte klem (-) daarna de rode
klem (+)).
■
Starthulpapparaat aan het meegeleverde
oplaadapparaat aansluiten en opladen.
Voorzichtig
Apparaat niet losklemmen of uitscha-
kelen! De voertuigelektronica en/of de
dynamo kunnen daardoor beschadigd
worden!
Motor draait
■
Toestel uitschakelen
■
Pooltangen losklemmen.
Apparaat laden
■
Apparaat vóór het eerste gebruik 24 uren
laden.
■
Apparaat moet na elke startprocedure aan het
meegeleverde laadapparaat worden aange-
sloten.
3
De voortdurende beschikbaarheid van het ap-
paraat is gewaarborgd.
Aanwijzing
Het apparaat kan ten alle tijden
permanent aan het meegeleverde ap-
paraat worden aangesloten.