31
1. Algemeen
Deze handleiding is bestemd voor opgeleid personeel.
Basisstappen worden derhalve niet vermeld.
De verzegeling aan de debietsensor mag niet
worden beschadigd!
Een beschadigde verzegeling heeft het
onmiddellijk vervallen van de fabrieksgarantie en de ijking
tot gevolg. De meegeleverde kabels mogen niet worden
ingekort of verlengd of op andere wijze veranderd.
Voorschriften voor de inzet van debiet- sensoren
moeten in acht worden genomen!
De installatie mag alleen worden uitgevoerd
door een professioneel bedrijf van de installatie- en/ of
elektrische sector. Het personeel moet zijn geschoold in de
installatie en de omgang met elektrische apparaten en de
laagspanningsrichtlijn.
De toepasselijke ESD- (elektrostatische
ontladingen) voorschriften moeten in acht worden
genomen.
Voor schade (met name aan de elektronica), die ontstaat door
niet naleving, wordt geen aansprakelijkheid overgenomen.
Dit product wordt (indien van toepassing) als
drukhoudend uitrustingsonderdeel zoals bedoeld
in de richtlijn drukapparatuur (DGRL) aangeduid
en mag als drukhoudend uitrustingsonderdeel alleen met
daarvoor geschikte temperatuursensoren worden gebruikt.
Dit product is niet voor gebruik als veiligheidsvoorziening
zoals bedoeld in de richtlijn drukapparatuur (DGRL)
bestemd.
De volgende informatie vindt u op het typeplaatje
van het betreffende apparaat:
Medium
Water, conform AGFW-gegevensblad Fw510
(de levensduur van de teller kan bij niet naleving
worden beïnvloed).
Temperatuurbereik
Het temperatuurbereik is afhankelijk van variant en
nominale grootte (zie typeplatje).
Leidingisolatie
In het geval van leidingisolatie moet de behuizing
met de elektronica altijd vrij blijven (zie afb.
3
).
Anders wordt de elektronica te heet en loopt schade op.
Verdere details over de varianten kunnen worden gevonden
in het gegevensblad en de geldende norm EN 1434. Deze
moeten absoluut in acht worden genomen.
Het gegevensblad vindt u onder:
https://sensus.com/emea/products/polluflow-flow-sensor/
2. Montage
Heet oppervlak
verbrandingsgevaar
Het door u aangeschafte apparaat bevat
elektronische componenten, die gestoord kunnen
worden door elektrische en magnetische velden.
Noch het apparaat zelf noch de in-/uitgaande kabels mogen
daarom in de onmiddellijke nabijheid van sterke elektrische
verbruikers of hun toevoerleiding worden geïnstalleerd
(schakelaars, elektromotoren, fluorescentielampen, enz.).
De exacte afstand hangt af van de hoogte van de spanning
en de stroomsterkte van deze verbruikers.
In twijfelgevallen moet een geschikte deskundige worden
geraadpleegd.
• De debietsensor kan ofwel in de warme of koude
aftakking van de installatie worden ingebouwd.
Er moet op worden gelet, dat de debietsensor
wordt gemonteerd in de inbouwpositie die
overeenkomt met de mediumtemperatuur (zie “6.
Temperatuurbelastingen” op pagina 33 en afb.
1
).
• De debietsensor moet zo worden ingebouwd, dat de
doorstroomrichting overeenstemt met de op de sensor
aangegeven pijlrichting.
• Kalmeringstrajecten voor en na de debietsensor zijn
niet vereist. Bij systemen zonder temperatuurmenging
is een recht traject vóór de debietsensor met 3....10 DN
aanbevolen voor het uitbalanceren van de stroming.
De montage kan zowel in horizontale als verticale
buisdelen worden uitgevoerd, echter nooit zo, dat
er luchtbellen in de teller kunnen ophopen (zie
afb.
2
).
De debietsensor moet altijd met vloeistof zijn gevuld.
Vorst op de meter moet worden vermeden.
• Wij adviseren de debietsensor gekanteld in te bouwen
(ca. 45 °).
• de nominale wijdte Ø voor buisleiding
• de aangebrachte testdruk PT in bar en de datum
• het beoogde gebruik
• >110 °C vloeistofgroep (2014/68/EU)
NEDERLANDS