BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES
8
Nl
1
ANALOG OUT-aansluiting (
p. 9)
Voert analoge audiosignalen (L/R) uit. Verbind deze
aansluitingen via de RCA-stereokabel (bijgeleverd) met uw
versterker of audiosysteem.
2
DIGITAL OUT-aansluiting (COAXIAL) (
p. 9)
Voert digitale audiosignalen uit. Verbind deze aansluiting via
een coaxiale digitale audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
met uw versterker of audiosysteem.
3
DIGITAL OUT-aansluiting (OPTICAL) (
Voert digitale audiosignalen uit. Verbind deze aansluiting via
een optische kabel (in de handel verkrijgbaar) met uw
versterker of audiosysteem.
4
NETWORK-aansluiting (
Verbind deze aansluiting via een netwerkkabel (in de handel
verkrijgbaar) met een netwerk.
5
AC IN-aansluiting (
Verbind deze aansluiting via het netsnoer (bijgeleverd) met
een stopcontact.
Achterpaneel
R
L
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL OUT
NETWORK
AC IN
ANALOG OUT
2
4
5
3
1