V
oices gebruiken, cre
ëren en bewerken
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
PSR-3000/1500 Gebruikershandleiding
92
11
Selecteer een van de parameters die u wilt bewerken met de knoppen
[4
π
π
π
π†
†
†
†
]/[5
π
π
π
π†
†
†
†
].
Welke parameters beschikbaar zijn, is afhankelijk van het geselecteerde
effecttype.
12
Pas de waarde voor de geselecteerde parameter aan met de knoppen
[6
π
π
π
π†
†
†
†
]/[7
π
π
π
π†
†
†
†
].
Als u in stap 5 het effectblok REVERB, CHORUS of DSP1 heeft
geselecteerd:
Pas het effectretourniveau aan door op de knop [8
π†
] te drukken.
13
Druk op de knop [H] (USER EFFECT) om de display op te roepen voor
het opslaan van uw originele effect.
14
Selecteer de bestemming voor het opslaan van het effect met de
knoppen [3
π
π
π
π†
†
†
†
]–[6
π
π
π
π†
†
†
†
].
Het maximum aantal effecten dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van
het effectblok.
15
Druk op de knop [I] (SAVE) om het effect op te slaan (pagina 67).
Gebruik bij het oproepen van het opgeslagen effect dezelfde procedure als
in stap 8. Als u de naam van het effect wilt wijzigen, drukt u op de knop [H]
(NAME).
Het blok, de categorie en het
type van het effect opnieuw
selecteren
Gebruik de knoppen [1
π†
]–
[3
π†
]. De opnieuw
geselecteerde effectconfiguratie
wordt in het vak in de
linkerbovenhoek van de display
weergegeven.
10
13
11
12
Effect Return Level:
Hiermee wordt het niveau of de
hoeveelheid bepaald van het toe
te passen effect.
Deze parameter wordt ingesteld
voor alle gedeelten of kanalen.
15
14