De automatisc
he begeleidingsstijlen gebruiken, cre
ëren en bewerken
Style Creator
PSR-3000/1500 Gebruikershandleiding
122
Instellingen voor indeling van stijl-file maken
(PARAMETER)
Speciale parameterinstellingen die zijn
gebaseerd op de indeling van de stijl-file
De hier geboden uitleg is van toepassing wanneer u de tab PARAMETER selecteert
in stap 4 van 'Basisprocedure voor het bewerken van stijlen' (pagina 118).
1
Druk op de knop [A]/[B] om het bewerkingsmenu (pagina 123) te
selecteren.
Het bewerken van data met de
indeling van een stijl-file heeft
alleen betrekking op
nootconversie. Het bewerken
van ritmekanalen heeft hierop
geen invloed.
In de indeling van de stijl-file (Style File Format of SFF)
wordt alle expertise van Yamaha op het gebied van
automatische begeleiding (afspelen van stijl)
samengebracht in één enkele uniforme indeling. Met de
Style Creator kunt u profiteren van de kracht van de SFF-
indeling, zodat u de vrijheid heeft om uw eigen stijlen te
creëren.
Het overzicht rechts geeft een indruk van de manier
waarop de stijl wordt teruggespeeld. (Dit is niet van
toepassing op de ritmetrack). Deze parameters kunnen
worden ingesteld via de functie Style Creator.
• Source Pattern
Afhankelijk van de gekozen grondtoon en akkoordsoort,
is er een verscheidenheid aan afspeelmogelijkheden voor
de noten van de stijl. De stijldata wordt op de juiste
manier geconverteerd, afhankelijk van de
akkoordwijzigingen die u aanbrengt tijdens uw spel.
Deze basisstijldata die u met de Style Creator creëert
wordt het 'Bronpatroon' genoemd.
• Note Transposition
Deze parametergroep beschikt over twee parameters die
bepalen hoe de noten van het bronpatroon moeten
worden geconverteerd, als reactie op
akkoordwisselingen.
• Other Settings
Met de parameters van deze groep kunt u nauwkeurig
afstellen hoe het afspelen van stijl moet reageren op de
akkoorden die u speelt. Met de parameter Note Limit
(nootlimiet) kunt u bijvoorbeeld de voices van de stijl zo
realistisch mogelijk laten klinken door de toonhoogte
naar een authentiek bereik te verschuiven zodat u er
zeker van bent dat er geen noten zullen klinken die
buiten het natuurlijke bereik van het feitelijke instrument
vallen (bijv. te lage noten van een piccolofluit).
Bronpatroon
SOURCE ROOT (Akkoordgrondtoon-
instelling van een bronpatroon)
SOURCE CHORD (Akkoordsoort-
instelling van een bronpatroon)
Noottransponering
NTR (NootTransponeringsRegel die
wordt toegepast op de
akkoordgrondtoonwijzigingen)
NTT (NootTransponeringsTabel die
wordt toegepast op de
akkoordsoortwijzigingen)
Akkoordwisseling via
het akkoordgedeelte
van het toetsenbord.
Overige instellingen
HIGH KEY (De bovengrens van de
octaven van de noottransponering naar
aanleiding van de akkoordgrondtoon-
instelling)
NOTE LIMIT (nootbereik waarbinnen een
noot klinkt)
RTR (Retrigger-regels waarmee wordt
bepaald hoe noten die tijdens akkoord-
wisselingen worden vastgehouden,
moeten worden behandeld.
Uitvoer
1
2
3
4