GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
34
Nl
■
Menuparameters ADVANCED SETUP
Wijzig de aanvankelijke instellingen zodat ze beter passen
bij uw luisteromgeving.
y
De standaardinstellingen zijn aangegeven met "*".
REMOTE ID
Keuzes:
ID1, ID2*
Wijzigt de afstandsbedienings-id van het toestel.
• Selecteer ID1 om het toestel te bedienen met een
alternatieve code.
• Selecteer ID2 om het toestel te bedienen met de
standaardcode.
De afstandsbedienings-id (zie bladzijde 35) moet op dezelfde id
zijn ingesteld als het toestel.
APD (Automatic Power Down) TIMER
Keuzes:
4H (4 uur), 8H* (8 uur), 12H (12 uur)
Wanneer de schakelaar POWER MANAGEMENT
(energiebeheer) op het achterpaneel van het toestel
(zie bladzijde 7) is ingesteld op ON (aan), gaat het toestel
automatisch in wachtstand wanneer u het gedurende de
opgegeven tijd niet bediend.
Wanneer de schakelaar POWER MANAGEMENT is ingesteld
op OFF (uit), wordt "APD TIMER -OFF" (sluimerklok uit)
weergegeven.
INITIALIZE
Keuzes:
NO*, YES
Stelt alle parameters terug op de fabrieksinstellingen.
• Selecteer NO (nee) om te annuleren zonder de
parameters op de fabrieksinstellingen terug te stellen.
• Selecteer YES (ja) om all parameters terug te stellen op
hun fabrieksinstellingen.
Als u "YES" selecteert, worden de parameters teruggesteld de
volgende keer dat u het toestel aanzet.
Het menu ADVANCED SETUP (geavanceerde
instellingen) wordt weergegeven op het
voorpaneelscherm.
y
• Audio-uitvoer staat uit wanneer u parameters instelt in het menu
ADVANCED SETUP.
• Terwijl u parameters instelt in het menu ADVANCED SETUP,
zijn de meeste knoppen op het voorpaneel uitgeschakeld; alleen
A
(aan/uit), de INPUT-keuzeknop en INFO werken.
1
Houd INFO ingedrukt op het voorpaneel en
druk
A
(aan/uit) in.
Het toestel gaat aan en het menu ADVANCED
SETUP verschijnt op het voorpaneelscherm.
2
Draai aan de INPUT-keuzeknop op het
voorpaneel om de parameter te kiezen die u
wilt wijzigen.
Zie "Menuparameters ADVANCED SETUP" op
bladzijde 34 voor een volledige lijst met beschikbare
parameters.
3
Druk herhaaldelijk op INFO op het
voorpaneel om de geselecteerde
parameterinstelling te wijzigen.
Wilt u andere instellingen wijzigen, herhaal dan de
stappen 2 en 3.
4
Druk
A
(aan/uit) op het voorpaneel om het
toestel uit te zetten en uw instelling te
bevestigen.
De instellingen worden van kracht wanneer u het toestel de
volgende keer aanzet.
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
Opmerking
Opmerking
Opmerking
De menuparameters voor
ADVANCED SETUP wijzigen
Opmerking
A
(aan/uit)
INFO
INPUT-keuzeknop