42
Nl
VERHELPEN VAN STORINGEN
Verhelpen van storingen
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het door u ondervonden probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (in standby), haal de stekker uit het stopcontact
en neem contact op met uw dichtstbijzijnde bevoegde Yamaha dealer of servicecentrum.
Verhelpen van storingen
Algemeen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel functioneert
niet naar behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
lage voedingsspanning.
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
–
Het toestel wordt niet
ingeschakeld wanneer
u op de knop
drukt of
schakelt over naar de
stand-bystand zodra de
stroom wordt
ingeschakeld.
De stekker van het netsnoer zit niet goed in
het stopcontact.
Doe de stekker van het netsnoer goed in het
stopcontact.
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
terug inplugt en probeer het toestel vervolgens weer
gewoon te gebruiken.
–
Het toestel gaat
plotseling uit (standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de oververhittingsbeveiliging
is in werking getreden.
Wacht ongeveer een uur tot het toestel afgekoeld is
voor u het weer aanzet.
–
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
Het toestel wordt uitgeschakeld wanneer de
draadloze verbinding een tijdje
onderbroken is terwijl "Interlock" ingesteld
is op "On" bij gebruik van YID-W10.
Herstel de draadloze verbinding of detecteer de
audio van de iPod/iPhone en schakel het toestel in.
–
Geen geluid.
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit ze aan met een HDMI aansluiting of een
digitale aansluiting.
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met de knop
INPUT of de ingangskeuzetoetsen.
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of /- om de audio-
uitvoer te hervatten en het volumeniveau aan te
passen.
Er is een ingangsignaal dat niet kan worden
afgespeeld door dit toestel.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Wijzig de systeeminstellingen van de signaalbron
in kwestie.
–
"AUDIO ONDERSTEUNING" is ingesteld
op "ANDERE".
Stel dit in op "YRS-2100 (YRS-1100)".
"HDMI INSTELLING" is ingesteld op
"UIT".
Bij het aansluiten van een tv die ARC (Audio
Return Channel) ondersteunt op dit toestel via
alleen een HDMI-kabel, stelt u "HDMI
INSTELLING" in op "AAN".
Verbind de coaxiale digitale ingang en de audio-
uitgang van de tv met behulp van een digitale
audiokabel met pinnen.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op dit
toestel.
Het geluid van het
kanaal voor
kabeluitzendingen
bevat mogelijk ruis.
De bron bevat een surroundeffect.
Speel geen surroundeffecten af met dit toestel.
–
Geen geluid of te weinig
geluid via een specifiek
kanaal.
Het uitgangsniveau van het kanaal is
gedempt.
Stel het uitgangsniveau van het kanaal hoger in.
De geluidsbundelinstelling is niet geschikt.
Stel de geluidsbundelinstelling af.
U geeft de bron weer in de stereostand.
Start surround weergave.
Sommige audio-uitgangsmethoden geven
geen geluidsbundels weer voor bepaalde
kanalen.
Stel de geluidsbundelinstelling af.