16
17
NL
NL
Probleemoplossing
Robotmaaier kan niet met laadstation worden verbonden.
•
Controleer of de omheiningsdraad voor en onder het laadstation zich in een rechte lijn
bevindt.
•
Controleer of het laadstation op een juiste plaats is geïnstalleerd, zoals vermeld in deze
handleiding.
De robotmaaier rijdt in cirkels tijdens het maaien of tijdens het volgen
van de omheiningsdraad op weg naar het laadstation.
•
Zorg dat er geen stroomkabel evenwijdig met en in de buurt van de omheiningsdraad loopt.
Indien nodig, verleg de omheiningsdraad.
•
Controleer of er geen voorwiel klem zit.
•
Als de buren een gelijksoortige robotmaaier hebben, kunnen de signalen verstoord raken.
Stel uw laadstation en robotmaaier in op het ander omheiningssignaal.
•
De aandrijfmotor kan beschadigd zijn, neem contact op met de klantenservice.
De robotmaaier maakt veel lawaai.
•
Controleer de vastzetschroeven voor de messen; en indien nodig, deze vast te draaien.
•
Controleer de messen op schade; indien nodig, zijn deze te vervangen.
•
Het gras kan te hoog zijn. Verhoog de maaihoogte of maai het gazon eerst met een gewone
grasmaaier.
•
Defecte motor, neem contact op met de klantenservice.
De maaier blijft in of keert terug naar het laadstation wanneer op de
START knop wordt gedrukt.
•
Controleer of de maaier reeds de geprogrammeerde werkingsduur voor die dag heeft
voltooid.
•
De accu is leeg, geef de robotmaaier de nodige tijd om op te laden en probeer opnieuw.
LED-signaalcontrolelampje op het laadstation
Status
LED-controlelampje AAN
LED-controlelampje knippert
Foutief opladen
van de accu
Normaal
Normaal
Omheiningsdraad
is stuk
S1
S2
S1
S2
S1
S2
S1
S2
S1
S2
S1
S2
S1
S2