86
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
de schuurschijf en het vulniveau van de stofreservoir controleren.
Als u merkt dat de schuurschijf vastzit door het stof dat tijdens het
gebruik is ontstaan of dat de schuurkorrel is afgesleten, vervangt u
de schijf door een nieuwe.
Plaats bij het schuren slechts de druk op het gereedschap die no-
dig is voor het bewerken van het materiaal. Overmatige druk kan
leiden tot ongelijke schuurresultaten en zelfs tot beschadiging van
het werkstukoppervlak. Overmatige druk kan leiden tot oververhit-
ting van het oppervlak, wat bijvoorbeeld de gepolijste verffi lm kan
beschadigen.
Selecteer de papiergradatie op basis van het soort werk dat u doet.
Gebruik voor het schuren en strippen meer korrelig papier. Gebruik
voor het afwerken gladder papier.
Gebruik de schuurschijf die gebruikt is voor een bepaalde werk-
zaamheid, niet voor een andere. Zo bijvoorbeeld gebruikt u een
schijf die gebruikt is om verf te strippen, niet voor het verwijderen
van roest. Verontreinigingen die na een bewerking op de schijf ach-
terblijven, kunnen bij een andere bewerking een negatief eff ect heb-
ben op het te bewerken oppervlak.
ONDERHOUD
Gebruik nooit benzine, oplosmiddel of een andere ontvlambare vloei-
stof om het apparaat te reinigen. Dampen kunnen ontbranden, waar-
door het apparaat kan barsten en men ernstige letsels kan oplopen.
De oplosmiddelen die voor het reinigen van de gereedschapshouder
en de behuizing worden gebruikt, kunnen de afdichtingen verzach-
ten. Droog het apparaat grondig af voordat u met de werkzaamhe-
den begint.
Bij een storing aan het apparaat moet het apparaat onmiddellijk van
het pneumatische systeem worden losgekoppeld.
Alle onderdelen van het pneumatische systeem moeten tegen ver-
ontreiniging zijn beschermd. Verontreinigingen die het pneumati-
sche systeem binnendringen, kunnen het gereedschap en andere
onderdelen van het pneumatische systeem beschadigen.
Onderhoud van het gereedschap vóór elk gebruik
Het gereedschap van het pneumatische systeem loskoppelen
Vóór elk gebruik een kleine hoeveelheid conserveringsmiddel (bijv.
WD-40) via de luchtinlaat inbrengen.
Het gereedschap op het pneumatische systeem aansluiten en ca.
30 seconden laten draaien. Hierdoor kunt u het conserveringsmiddel
door de binnenkant van het apparaat verspreiden en het reinigen.
Het gereedschap van het pneumatische systeem nogmaals loskop-
pelen
Doe een kleine hoeveelheid SAE 10 olie in het gereedschap via de
luchtinlaatopening en de daarvoor bestemde gaten. Het gebruik van
SAE 10 wordt aanbevolen voor het onderhoud van pneumatische ge-
reedschappen. Gereedschap aansluiten en kort laten lopen.
Let op! De WD-40 kan niet worden gebruikt als de eigenlijke smeerolie.
Veeg overtollige olie die eventueel via de uitlaatopeningen is ont-
snapt, af. Achtergebleven olie kan de afdichtingen van het gereed-
schap beschadigen.
Overig onderhoud
Controleer vóór elk gebruik van het apparaat of er geen bescha-
digingen aan het apparaat zijn opgetreden. Houd meenemers, ge-
reedschaphouders en assen schoon.
Laat het apparaat om de 6 maanden of na 100 bedrijfsuren door een
gekwalifi ceerd personeel in een herstelwerkplaats controleren. Als het
apparaat zonder de aanbevolen luchttoevoer is gebruikt, moet het
aantal inspecties van het apparaat worden opgedreven.
Probleemoplossing
Stop het gebruik van het apparaat, zodra u een fout opmerkt. Het
gebruik van een defect apparaat kan verwondingen tot gevolg heb-
ben. Reparaties of vervangingen van de onderdelen van het ge-
reedschap moeten door gekwalifi ceerd personeel bij een erkende
reparateur worden uitgevoerd.
Defecten
Mogelijke oplossing
Het gereed-
schap draait
te langzaam
of start
niet op
Doe een kleine hoeveelheid WD-40 in de luchtinlaatopening. Start
het apparaat voor enkele seconden. De messen konden aan de rotor
blijven kleven. Start het apparaat voor ongeveer 30 seconden. Smeer
het apparaat met een kleine hoeveelheid olie. Let op! Overtollige olie
kan ertoe leiden dat het apparaat vermogen verliest. Reinig in dit
geval de aandrijving.
Het gereed-
schap start
en ontgren-
delt daarna.
De compressor zorgt niet voor de juiste luchttoevoer. Het apparaat
wordt geactiveerd door de lucht die zich in het compressorreservoir
heeft opgehoopt. Bij het leeglopen van de tank houdt de compressor
geen gelijke tred met het aanvullen van luchttekorten. Sluit het appa-
raat aan op een effi ciëntere compressor.
Summary of Contents for YT-09730
Page 23: ...23 RUS...
Page 24: ...24 RUS...
Page 25: ...25 RUS II IV V SAE 10...
Page 26: ...26 RUS 10 3 8 1 38 VI...
Page 27: ...27 RUS WD 40 30 SAE 10 SAE 10 WD 40 6 100 WD 40 30 10 3 8 0 3 MPa...
Page 29: ...29 UA...
Page 30: ...30 UA 10...
Page 31: ...31 UA II IV V...
Page 32: ...32 UA SAE 10 10 3 8 1 38 VI...
Page 33: ...33 UA WD 40 30 SAE 10 SAE 10 WD 40 6 100 WD 40 30 10 3 8 0 3 MPa...
Page 89: ...89 GR...
Page 90: ...90 GR...
Page 91: ...91 GR IV V SAE 10 10 mm 3 8 1 38 MPa V...
Page 92: ...92 GR VI 0 WD 40...
Page 93: ...93 GR 30 SAE 10 SAE 10 WD 40 6 100 WD 40 30 3 TOYA SA www toya pl 0 3 MPa...