91
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
Voorbereiding van werk op de standaard
De basis van de standaard vastzetten op de ondergrond. Hiertoe dienen de vier openingen in de hoeken van de basis (VI). Bij
het vastzetten aan de ondergrond dienen alle vier de openingen te worden gebruikt. Selecteer voorafgaand aan montage van de
standaard een geschikte ondergrond. Deze ondergrond moet solide en egaal van structuur zijn. Fijne of losse ondergronden zoals
grind en zand zijn niet geschikt voor montage van de basis. Selecteer vastzetonderdelen aan de hand van het type ondergrond.
Je kunt gebruik maken van plugs, verankeringen, schroeven en andere draaibare onderdelen. Geen vastzetonderdelen gebruiken
die moeten worden vastgeslagen. De kracht die tijdens het boren ontstaat kan dergelijke vastzetonderdelen losrukken uit de on-
dergrond. Bovendien is de basis van de standaard vervaardigd uit lichte legeringen en niet ontworpen om krachten te verdragen
die ontstaan tijdens het vastslaan van vastzetonderdelen. De basis kan na het vastzetten op de ondergrond in willekeurige positie
worden gebruikt.
Monteer de draaiknop van de beweegbare kop van de standaard. De draaiknop kan aan de ene of de andere zijde van de schacht
van de kop worden gemonteerd. Breng de draaiknop aan over de schacht en draai vervolgens de schroef zo aan dat deze in de
opening van de schacht zit en zorgt dat de draaiknop niet meer van de schacht af kan schuiven (VII).
Reguleer de bewegingsweerstand van de kop van de standaard. Hiertoe dienen twee schroeven en de draaiknop. Reguleer de
vaste weerstand met de schroeven en gebruik de draaiknop voor extra vergroting van de weerstand. De tegengestelde moeren
licht losdraaien, vervolgens de schroeven aandraaien (VIII) en hun positie vastzetten door de tegengestelde moeren weer vast
te draaien. De draaiknop aandraaien (IX) om de weerstand verder te vergroten of losdraaien om de weerstand te verkleinen.
Let op! De draaiknop en schroeven zijn niet bedoeld om de beweging van de kop volledig te blokkeren. De bewegingsweerstand
moet zo worden gereguleerd dat de kop niet uit zichzelf van positie verandert door het gewicht van de op de kop gemonteerde
boormachine maar nog wel een vloeiende beweging van de kop met behulp van de draaiknop mogelijk is.
Draai de afdichting op de opening bovenaan de kolom van de standaard (X).
Als de klemring van de aanvullende handgreep voorheen al gemonteerd was dan moet deze worden gedemonteerd. Dit geldt
ook indien de aanvullende handgreep direct in de behuizing geschroefd zat. De achtersteun is niet noodzakelijk voor werk op de
standaard maar als deze gemonteerd was tijdens eerder werk en geen hinder vormt tijdens het bedienen van de boormachine op
de standaard, hoeft deze niet te worden gedemonteerd.
Zet de boormachine vast op de kop van de standaard door de behuizing in de klemring van de kop te schuiven. Vervolgens zo
draaien dat een van de openingen in de behuizing over de opening in de klemring zit en de boormachine vastzetten door de
schroef aan te draaien (XI). De klemring vastschroeven met de schroef (XII).
Let op! De positie van de boormachine op de kop zodanig selecteren dat de toegang tot de primaire handgreep en de elektrische
schakelaar optimaal is. De handgreep en de voedingskabel mogen de beweging van de kop niet hinderen.
Montage van boren
De boor monteren door deze op de spil van de boormachine te draaien. De schroefdraad van de boor moet in de schroefdraad
van de boormachine passen. Het is verboden om schroefdraad te modi
fi
ceren zodat deze beter past. Het is tevens verboden om
adapters te gebruiken om de schroefdraden te laten passen.
Controleer voorafgaand aan het vastzetten van de boor de staat van beide schroefdraden, de boor en de spil. De schroefdraden
moeten schoon en schadevrij zijn. Indien nodig de schroefdraden reinigen met een borstel met haar van kunststof of een zachte
doek.
In de as van de spil bevindt zich een afvoergat voor het koelwater. Controleer of dit gat niet is verontreinigd. Dit is eenvoudiger
voorafgaand aan het plaatsen van de boor. Indien nodig de waterafvoer voorzichtig reinigen met een dun staafje van hout of
kunststof. Geen scherpe metalen voorwerpen gebruiken. Deze kunnen het wateraanvoersysteem beschadigen. Indien de veront-
reinigingen niet kunnen worden verwijderd moet contact worden opgenomen met de service van de fabrikant.
De boor vastzetten door deze zo op de spil te draaien dat de schroefdraad van de spil volledig afgedekt is. De verbinding aan-
draaien door de spil met een sleutel vast te houden en de boor met de tweede sleutel aan te draaien (XIII).
De boor demonteren door deze met de sleutel los te draaien terwijl je de spil met de andere sleutel vasthoudt.
Montage en demontage van de boor verrichten met de handsleutels. De boor zal zich vastdraaien tijdens het boren, hetgeen
betekent dat demontage van de boor meer kracht kost dan het opzetten ervan.
Aansluiten van het koelwater
Let op!
Voor het koelen uitsluitend water gebruiken. Gebruik van andere vloeisto
ff
en voor dit doeleinde is verboden. Water dat
bedoeld is om mee te koelen moet schoon zijn en geheel vrij van verontreinigingen die de doorstroom van het water kunnen
beperken of blokkeren.
Altijd boren met waterkoeling indien mogelijk. Dit verlengt de levensduur van de boren en de boormachine en reduceert de hoe-
veelheid stof die tijdens het werk ontstaat. Controleer of de waterklep van het product gesloten is en de klephendel evenwijdig
staat aan de primaire handgreep (XIV). Een slang met een diameter zoals opgegeven in de technische gegevenstabel in het ver-
bindingsstuk van de klep steken (XV). Controleer of de slang niet uit zichzelf verschuift tijdens het werk. Indien nodig de verbinding
zekeren met een spanring. De spanringen niet te sterk aandraaien opdat de slang niet beschadigd raakt.
De wateraanvoer naar de productklep openen. Water voor de wateraansluiting dient onder een druk te worden aangevoerd die
niet hoger is dan bepaald in de technische gegevenstabel. Controleer of de verbinding van de slang en het verbindingsstuk geen
Summary of Contents for YT-81980
Page 26: ...26 RUS residual current device RCD...
Page 27: ...27 RUS...
Page 28: ...28 RUS II III IV V VI VII VIII IX X XI XII XIII...
Page 29: ...29 RUS XIV XV XVI TEST RESET TEST RESET 30...
Page 30: ...30 RUS XVII 0 3 MPa...
Page 32: ...32 UA residual current device RCD...
Page 33: ...33 UA II III...
Page 34: ...34 UA IV V VI VII VIII IX X XI XII XIII XIV XV...
Page 35: ...35 UA XVI TEST RESET TEST RESET 30...
Page 36: ...36 UA XVII 0 3 MPa...
Page 95: ...95 GR RCD RCD...
Page 96: ...96 GR OFF...
Page 97: ...97 GR II III IV V VI VII VIII IX X XI XII XIII...
Page 98: ...98 GR XIV XV XVI PRCD OFF TEST PRCD PRCD RESET LED TEST PRCD OFF RESET 30...
Page 99: ...99 GR o XVII 0 3 MPa...